ECLI:NL:RBZWB:2023:3381
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak over termijn voor besluit op bezwaar in WIA-zaak
Op 17 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De opposante had beroep ingesteld omdat de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) volgens haar niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen een besluit over de toekenning van een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank had eerder, op 21 maart 2023, het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen vier maanden een besluit op bezwaar bekend te maken. De opposante heeft verzet ingesteld tegen deze termijn, omdat zij van mening was dat deze te lang was.
De rechtbank heeft in deze verzetzaak geoordeeld dat de termijn van vier maanden niet onredelijk is, gezien de huidige capaciteitsproblemen bij verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn recht doet aan de reële mogelijkheden om op het bezwaar te beslissen, terwijl ook het belang van de opposante om tijdig een beslissing te ontvangen in overweging is genomen. De verzetrechter heeft benadrukt dat een kortere termijn, gezien het tekort aan verzekeringsartsen, waarschijnlijk niet haalbaar zou zijn en dat een zorgvuldige heroverweging van belang is.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.