ECLI:NL:RBZWB:2023:3367
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting van pand op basis van Opiumwet
Op 15 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan op de verzoeken om voorlopige voorziening van verzoekers, die eigenaar zijn van een pand in Tilburg. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Tilburg, dat op 13 april 2023 is genomen, om de tweede en derde verdieping van hun pand te sluiten voor een periode van zes maanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Dit besluit volgde op de ontdekking van een grote hoeveelheid softdrugs in het pand op 8 december 2022.
Tijdens de zitting hebben de verzoekers hun spoedeisend belang toegelicht, dat volgens hen voortvloeit uit gemiste huurinkomsten en doorlopende hypotheeklasten. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van 'onverwijlde spoed' in de zin van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het financiële belang van de verzoekers niet voldoende spoedeisend is. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat, hoewel de verzoekers hebben aangevoerd dat de burgemeester zijn besluit niet op de juiste wijze heeft genomen, er geen evident onrechtmatig besluit is vastgesteld.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de burgemeester in de bezwaarprocedure moet onderzoeken of het binnentreden op 8 december 2022 rechtmatig was. De uitspraak is in het openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.