ECLI:NL:RBZWB:2023:3243
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Zander
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke handelsrente na geschil over opschorting van betaling
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 12 april 2023 een vonnis uitgesproken in een geschil tussen eiser en gedaagde over de betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke handelsrente. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J.R.J.J. Somers, vorderde betaling van kosten die hij had gemaakt na de betaling van de hoofdsom door gedaagde. Gedaagde, een B.V., voerde aan dat zij de betaling had opgeschort omdat de creditfactuur te laat was ontvangen en het gecrediteerde bedrag tegenviel. De rechtbank oordeelde dat gedaagde niet gerechtigd was om de betaling op te schorten, ongeacht de omstandigheden rondom de creditfactuur. De rechtbank stelde vast dat de hoofdsom inmiddels was betaald, maar dat gedaagde ook de buitengerechtelijke kosten en wettelijke handelsrente diende te vergoeden. De rechtbank wees de vordering van eiser toe, inclusief de kosten van het geding, en veroordeelde gedaagde tot betaling van een totaalbedrag van € 583,70 aan buitengerechtelijke kosten en wettelijke handelsrente, evenals € 603,03 aan proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.