ECLI:NL:RBZWB:2023:3238

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 mei 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
AWB- 23_2314 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen een besluit van Orionis Walcheren, waarbij een maatregel is opgelegd. Op 11 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in het verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster had verzocht om een voorlopige voorziening, maar had het griffierecht niet betaald. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster bij aangetekende brief van 12 april 2023 was gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met de mededeling dat dit uiterlijk binnen twee weken moest worden voldaan. Verzoekster is ook geïnformeerd dat bij niet-tijdige betaling het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kon worden. Aangezien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2314 PW VV

uitspraak van 11 mei 2023 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster,

en

het Dagelijks bestuur van Orionis Walcheren, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 17 februari 2023 (bestreden besluit) van Orionis waarbij een maatregel is opgelegd. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. In de Awb is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. Dit vloeit voort uit artikel 8:82 van de Awb, in samenhang met artikel 8:41 van de Awb.
2. Verzoekster is bij aangetekende brief van 12 april 2023 gewezen op de verplichting tot het betalen van griffierecht. Aan verzoekster is meegedeeld dat het griffierecht uiterlijk binnen twee weken moet worden betaald. Verzoekster is er in deze brief tevens op gewezen dat bij niet tijdige betaling het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
3. De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Het verzoek is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, op 11 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.