Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaatsnaam 1] , eisers,
[naam vergunninghouder]te [plaatsnaam 1] , vergunninghouder,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van 4 mei 2023 beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eisers tegen de omgevingsvergunning die op 25 januari 2021 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek aan de vergunninghouder is verleend. De vergunning betreft het splitsen van een monumentaal pand op het perceel [adres] 3 te [plaatsnaam 1]. Het college heeft het bezwaar van eisers tegen de vergunning op 19 oktober 2021 ongegrond verklaard, waarna eisers beroep hebben ingesteld. De rechtbank heeft eerder, op 11 november 2022, een tussenuitspraak gedaan waarin zij het college de gelegenheid heeft gegeven om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. In deze uitspraak bevestigt de rechtbank dat het college in zijn reactie op de tussenuitspraak het gebrek heeft hersteld door een goedgekeurd erfbeplantingsplan aan de vergunning ten grondslag te leggen. De rechtbank oordeelt dat de landschappelijke inpassing door erfbeplanting voldoet aan de voorwaarden van de planvoorschriften. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat het college het gebrek heeft hersteld. Tevens wordt het college veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan eisers.