Op 10 mei 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.L.A.M. van Os, in beroep ging tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres stelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, ingediend in 2020. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst inderdaad niet binnen de wettelijk vereiste termijn had beslist op het bezwaar van eiseres tegen de beschikking van 17 maart 2022. Eiseres had de Belastingdienst op 13 september 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank concludeerde dat het beroep gegrond was. De rechtbank bepaalde dat de Belastingdienst binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit op het bezwaar moest nemen en legde een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Tevens werd de Belastingdienst veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 50,- en de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 418,50. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.