ECLI:NL:RBZWB:2023:3138
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuurlijke boete voor bedrijfsmatig onttrekken van woonruimte met hennepkwekerij
Op 10 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een inwoner van Tilburg, een voorlopige voorziening heeft verzocht tegen een bestuurlijke boete van €4.000,-- die hem was opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Deze boete was opgelegd vanwege het bedrijfsmatig onttrekken van woonruimte zonder vergunning, omdat in de woning aan de [straatnaam] 2 te [woonplaats] een hennepkwekerij was aangetroffen.
Verzoeker had beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 7 maart 2023, dat de boete bevestigde. Het verzoek om voorlopige voorziening had het zaaknummer 23/2338 VV. Tijdens de procedure werd verzoeker verzocht om griffierecht te betalen. Aanvankelijk was dit bedrag vastgesteld op €50,--, maar na inzending van een kopie van het bestreden besluit bleek dat verzoeker €184,-- verschuldigd was. Verzoeker werd verzocht om het resterende bedrag van €134,-- binnen twee weken te betalen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker binnen de gestelde termijn geen griffierecht heeft betaald. Gezien de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk is. De zaak is zonder behandeling ter zitting afgedaan, en de voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.