ECLI:NL:RBZWB:2023:3137

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
10 mei 2023
Zaaknummer
10076132 AZ VERZ 22-43 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om betaling van transitievergoeding en loon door werknemer na beëindiging arbeidsovereenkomst

In deze zaak verzoekt de werknemer, hierna te noemen [verzoeker], betaling van een transitievergoeding en diverse loonvergoedingen van zijn voormalige werkgever, H & N Beveiliging B.V. De arbeidsovereenkomst van [verzoeker] is op 31 mei 2022 beëindigd, en hij stelt dat H & N de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, waardoor hij recht heeft op een transitievergoeding van € 1.553,81 bruto. Daarnaast verzoekt hij om een verklaring voor recht dat studiekosten ten onrechte zijn ingehouden op zijn loon, en dat hij nog een nettobedrag van € 5.825,17 aan loon tegoed heeft voor de periodes 5 en 6. De kantonrechter heeft de procedure in Middelburg behandeld, waarbij de mondelinge behandeling op 21 november 2022 heeft plaatsgevonden. H & N betwist de stellingen van [verzoeker] en stelt dat hij zelf de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. De kantonrechter oordeelt dat H & N de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd en dat [verzoeker] recht heeft op de gevraagde transitievergoeding. Tevens wordt geoordeeld dat de studiekosten ten onrechte zijn ingehouden en dat H & N een eindafrekening moet opmaken voor vakantiegeld en eindejaarsuitkering. De kantonrechter wijst de verzoeken van [verzoeker] grotendeels toe, inclusief de wettelijke verhoging en reiskosten, en veroordeelt H & N in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer / rekestnummer: 10076132 \\ AZ VERZ 22-43
Beschikking van 10 mei 2023
in de zaak van
[verzoeker],
te [plaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. I. Ouwehand, werkzaam bij FNV,
tegen
H & N BEVEILIGING B.V.,
te Goes,
verwerende partij,
hierna te noemen: H&N,
vertegenwoordigd door haar bestuurder de heer [naam] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 31 augustus 2022 ontvangen verzoekschrift met producties 1 tot en met 11;
- de mondelinge behandeling gehouden op 21 november 2022, alsmede op die mondelinge behandeling door [verzoeker] overgelegde “Besprekingsverslag” en e-mail van 27 mei 2022 en de door H&N overgelegde e-mail van 28 september 2022;
- de reactie na mondelinge behandeling tevens aanpassing van verzoek van [verzoeker] met producties 12 tot en met 14.
1.2.
Na de mondelinge behandeling zijn partijen in de gelegenheid gesteld om bij akte een nadere toelichting te geven op de tijdens de mondelinge behandeling overgelegde stukken en hetgeen in dat verband is gesteld. [verzoeker] heeft dat gedaan in zijn reactie na mondelinge behandeling tevens aanpassing van verzoek. H&N heeft, ondanks dat hij daarop is gewezen bij brief van 27 januari 2023 en bij e-mail van 3 maart 2023, niet gedaan.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is op 20 september 2019 in dienst getreden van H&N in de [functie] . De arbeidsovereenkomst is op 1 april 2021 voor onbepaalde tijd voortgezet. In de arbeidsovereenkomst van 1 april 2021 staat:
Artikel 1 Aanvang en duur (onbepaalde tijd)

Werknemer treedt met ingang van 01-04-2021 bij werkgever in dienst voor onbepaalde tijd. Mocht de werknemer voor 01-04-2022 geen gediplomeerd [functie] zijn zal deze arbeidsovereenkomst per direct worden ontbonden.”
2.2.
Op 19 november 2019 hebben partijen een “Studieovereenkomst met terugbetalingsbeding” (hierna: de studieovereenkomst) gesloten. Daarin is een regeling opgenomen voor het volgen van opleidingen en cursussen door [verzoeker] .
2.3.
Op 31 mei 2022 is de arbeidsovereenkomst beëindigd.

3.Het geschil

3.1.
[verzoeker] verzoekt – na aanpassing van eis –, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. H&N te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na de in deze te geven beschikking, aan [verzoeker] van de wettelijke transitievergoeding conform artikel 7:673 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW), ter hoogte van € 1.553,81 bruto, onder verstrekking aan [verzoeker] van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
II. om voor recht te verklaren dat de studiekosten van € 2.950,00 en € 950,00 ten onrechte worden ingehouden op het loon van [verzoeker] , dat de vordering van H&N van € 1.412,00 ten onrechte op [verzoeker] wordt verhaald en dat de totale vordering van [verzoeker] kan worden vastgesteld op het nettobedrag van € 5.825,17;
III. H&N te veroordelen tot het opmaken van een eindafrekening met betrekking tot het vakantiegeld van € 52,13 bruto en de eindejaarsuitkering van € 166,12 bruto;
IV. H&N te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na de in deze te geven beschikking, aan [verzoeker] van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over de onder II genoemde bedragen met betrekking tot het niet uitbetaalde deel van het loon en de vakantietoeslag;
V. H&N te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na de in deze te geven beschikking, aan [verzoeker] van een bedrag aan reiskosten van 81 * € 34,50 =
€ 2.818,80 netto (traject Goes – Zwijndrecht) en van 12 * € 5,00 = € 60,00 (traject Dordrecht – Zwijndrecht), in totaal € 2.878,80 netto;
VI. H&N te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na de in deze te geven beschikking, aan [verzoeker] een bedrag van € 278,39 (exclusief btw) ter zake van buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten;
VII. H&N te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na de in deze te geven beschikking, aan [verzoeker] van de wettelijke rente over de hierboven gevorderde bedragen vanaf de dag dat die bedragen zijn verschuldigd;
VIII. H&N te veroordelen tot betaling, binnen twee dagen na de in deze te geven beschikking, aan [verzoeker] van de kosten van het geding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover zodra deze is verschuldigd.
3.2.
[verzoeker] legt – samengevat – het volgende ten grondslag aan zijn verzoeken. Hij stelt dat H&N de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, zodat hem een transitievergoeding toekomt. Daarnaast stelt hij dat H&N op de laatste loonbetalingen/de eindafrekening ten onrechte studiekosten heeft ingehouden en dat zij heeft verzuimd om reiskosten van [verzoeker] te vergoeden.
3.3.
H&N betwist de stellingen van [verzoeker] .
3.4.
Op de standpunten van partijen zal hierna – voor zover van belang – worden ingegaan.

4.De beoordeling

Transitievergoeding
4.1.
Partijen verschillen van mening wie van hen de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd; volgens [verzoeker] heeft H&N opgezegd en volgens H&N heeft [verzoeker] opgezegd. Omdat [verzoeker] zich beroept op de rechtsgevolgen van de opzegging, rust op hem de verplichting om gemotiveerd te stellen dat H&N de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd en dat zonodig te bewijzen. Daarvoor heeft [verzoeker] toegelicht dat hij niet tijdig beschikte over zijn diploma/groene pas die vereist was om zijn functie als [functie] uit te mogen (blijven) voeren. Hij heeft toegelicht dat H&N de arbeidsovereenkomst daarom wilde beëindigen, zoals in artikel 1 van de arbeidsovereenkomst van 1 april 2021 was aangekondigd, waardoor zij de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd per 31 mei 2022. [verzoeker] heeft die opzegging geaccepteerd. Het had op de weg van H&N gelegen om op die toelichting te reageren en een verklaring te geven waarom het volgens haar toch [verzoeker] was die de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Dat heeft zij niet, althans onvoldoende, gedaan. H&N heeft niet gereageerd op de [verzoeker] nadere toelichting in de reactie na mondelinge behandeling tevens aanpassing van verzoek. De kantonrechter gaat daarom uit van een opzegging van de arbeidsovereenkomst door H&N.
4.2.
Vanwege de opzegging van de arbeidsovereenkomst door H&N is zij op grond van artikel 7:673 lid 1, sub 1, onderdeel 1, BW een transitievergoeding verschuldigd aan [verzoeker] . Conform de niet weersproken berekening van de transitievergoeding van [verzoeker] (productie 9 van [verzoeker] ) zal een bedrag van € 1.553,81 bruto aan transitievergoeding worden toegewezen. De verzochte verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie van de transitievergoeding zal eveneens worden toegewezen.
Studiekosten
4.3.
[verzoeker] heeft onweersproken gesteld dat de studiekosten voor rekening van H&N komen omdat hij de opleidingen waarop die studiekosten betrekking hadden, succesvol had afgerond, zoals in de studieovereenkomst is afgesproken. Het was H&N dan ook niet toegestaan om die studiekosten in te houden op het loon van [verzoeker] .
4.4.
De verklaring voor recht dat de studiekosten ten onrechte zijn ingehouden op het loon, zal worden toegewezen, met dien verstande dat de kantonrechter uitgaat van
€ 2.750,00 en € 950,00 aan studiekosten in plaats van de € 2.950,00 en € 950,00 die [verzoeker] vermeldt in het petitum van zijn reactie na mondelinge behandeling tevens aanpassing van verzoek. Uit de laatst overgelegde loonstrook voor periode 5 (productie 12 van [verzoeker] ) volgt dat er € 2.750,00 en € 950,00 is ingehouden op het loon. Bovendien gaat [verzoeker] in het lichaam van de reactie na mondelinge behandeling tevens aanpassing van verzoek zelf ook uit van € 2.750,00 en € 950,00 aan studiekosten. Het bedrag van € 2.950,00 in het petitum moet daarom een verschrijving zijn geweest.
4.5.
Aan de hand van de uit te keren bedragen in de laatste loonstroken, de daarin opgenomen inhoudingen aan studiekosten (productie 12 van [verzoeker] ) en betalingen heeft [verzoeker] onweersproken gesteld dat hem nog een bedrag van € 5.825,17 netto aan loon voor periodes 5 en 6 toekomt. De verklaring voor recht die daarop ziet, zal eveneens worden toegewezen.
4.6.
De verklaring voor recht dat H&N geen vordering van € 1.412,00 op [verzoeker] heeft, wordt afgewezen. Daarvoor heeft [verzoeker] onvoldoende gesteld.
Eindafrekening
4.7.
Uit de laatste loonstrook voor periode 6 (productie 12 van [verzoeker] ) volgt dat [verzoeker] € 52,13 aan vakantiegeld en € 166,12 aan eindejaarsuitkering heeft opgebouwd. H&N dient een eindafrekening op te stellen waarin voormelde bedragen zijn opgenomen. De verzochte veroordeling tot het opmaken van die eindafrekening zal worden toegewezen.
Wettelijke verhoging
4.8.
H&N is op grond van artikel 7:625 BW de wettelijke verhoging verschuldigd over het niet-tijdig betaalde loon, waaronder de vakantietoeslag. De verzochte veroordeling tot betaling daarvan, zal worden toegewezen zoals is gevorderd.
Reiskosten
4.9.
Het verzoek tot betaling van de reiskosten is niet weersproken. Die zal worden toegewezen.
Incassokosten en rente
4.10.
De verzoeken tot betaling van incassokosten en rente zijn niet weersproken. Die zullen worden toegewezen, met dien verstande dat, bij gebreke van een onderbouwing door [verzoeker] dat de rente op een eerdere datum behoort aan te vangen, de rente wordt toegewezen vanaf veertien dagen na betekening van de beschikking.
Proceskosten
4.11.
H&N is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten, waaronder de nakosten, worden veroordeeld. Tot aan deze beschikking worden de proceskosten aan de zijde van [verzoeker] als volgt vastgesteld:
  • griffierecht € 244,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 773,00.
De daarover gevorderde rente is toewijsbaar zoals in het dictum vermeld.
4.12.
De nakosten worden begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de explootkosten, als H&N niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de beschikking heeft voldaan en er vervolgens betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt H&N tot betaling, binnen twee dagen na deze beschikking, aan [verzoeker] van de transitievergoeding ter hoogte van € 1.553,81 bruto, onder verstrekking aan [verzoeker] van een deugdelijke bruto/netto specificatie;
5.2.
verklaart dat de studiekosten van € 2.750,00 en € 950,00 ten onrechte in mindering zijn gebracht op de loonbetaling van [verzoeker] en dat de totale vordering van [verzoeker] voor het loon voor periodes 5 en 6 kan worden vastgesteld op het nettobedrag van € 5.825,17;
5.3.
veroordeelt H&N tot het opmaken van een eindafrekening met betrekking tot het vakantiegeld van € 52,13 bruto en de eindejaarsuitkering van € 166,12 bruto;
5.4.
veroordeelt H&N tot betaling, binnen twee dagen na deze beschikking, aan [verzoeker] van de wettelijke verhoging over het bedrag van € 5.825,17;
5.5.
veroordeelt H&N tot betaling, binnen twee dagen na deze beschikking, aan [verzoeker] van een bedrag van € 2.878,80 netto aan reiskosten;
5.6.
veroordeelt H&N tot betaling, binnen twee dagen na deze beschikking, aan [verzoeker] van een bedrag van € 278,39 (exclusief btw) ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
5.7.
veroordeelt H&N tot betaling, binnen twee dagen na deze beschikking, aan [verzoeker]
van de wettelijke rente over de voormelde bedragen vanaf veertien dagen na
betekening van deze beschikking tot de dag der algehele voldoening;
5.8.
veroordeelt H&N tot betaling, binnen twee dagen na deze beschikking, van de kosten van dit geding, aan de zijde van [verzoeker] tot op heden begroot op € 773,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van deze beschikking tot de dag der algehele voldoening;
5.9.
verklaart deze beschikking voor wat betreft de veroordelingen tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.10.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van den Boom en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2023.