ECLI:NL:RBZWB:2023:3124
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen verlenging indicatie begeleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Het college had op 19 juli 2022 besloten om de indicatie begeleiding administratief te verlengen voor de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 oktober 2022. Eiseres maakte hiertegen bezwaar op 30 augustus 2022, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk met een besluit op 10 oktober 2022. De rechtbank behandelde het beroep op 23 maart 2023, waarbij eiseres en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiseres had aangevoerd dat zij wel degelijk procesbelang had, omdat zij contact had gehad met haar behandelaar en dat haar bezwaren in het bestreden besluit onjuist waren verwoord. De rechtbank stelt echter vast dat eiseres in bezwaar en beroep niet voldoende heeft aangetoond dat zij een ander resultaat kon bereiken met haar bezwaar, aangezien zij al een verlenging van haar indicatie had gekregen. De rechtbank concludeert dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat eiseres het griffierecht niet terugkrijgt. De uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers op 4 mei 2023 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.