Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
wonende te [woonadres] ,
woonplaats kiezende ten kantore van mr. M.F.M. Geeratz te (5911 CK) Venlo,
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 6.388,00, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 23,04, voor vergoeding van reiskosten;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 30 maart 2022;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
2.De beoordeling
€ 6.388,00is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank niet onbillijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen. Verzoekster heeft een bedrag ter hoogte van
€ 23,04verzocht voor reiskosten in verband met een verhoor op het politiebureau. Deze kosten vallen buiten de reikwijdte van artikel 530 Sv, zodat de rechtbank de verzochte vergoeding van deze kosten zal afwijzen. Voor de kosten verbonden aan de indiening van het verzoekschrift wordt het forfaitaire bedrag van
€ 340,00toegekend.
3.De beslissing
€ 6.728,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Lina Advocaten Venlo, onder vermelding van “ [dossiernummer] ”.