4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Algemeen
De betekenis die aan de bewijsmiddelen in een concrete strafzaak kan worden toegekend, wordt mede bepaald door het bredere kader van de strafzaak waarbinnen het bewijs moet worden beoordeeld. In deze zaak is dat de ontdekking door de douane bij Schiphol van 339 kilogram MAMDPA, te weten een pre-precursor van MDMA. De zending MAMDPA zat verpakt in totaal twaalf dozen met daarin bruinkleurige zakken, afkomstig uit Hong Kong, waarbij werd aangegeven dat het zou gaan om ‘Lewis Paint MAR/A (verf)’. De MAMDPA is in beslag genomen. In de bruinkleurige zakken werden zakken gips teruggeplaatst. Ook werd residu achtergelaten ten behoeve van de geur. De zending is vervolgens gecontroleerd doorgelaten voor verder transport. Op dat moment zijn alle verdachten daarvan onkundig gebleven. Twee van de drie verdachten hebben tijdens het strafproces een beroep gedaan op hun zwijgrecht en zijn niet ter terechtzitting verschenen, één verdachte heeft pas ter terechtzitting een verklaring afgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de inhoud van een deel van de bewijsmiddelen moet worden beoordeeld naar de uiterlijke verschijningsvorm die uit de betreffende bewijsmiddelen volgt.
De invoer van de MAMDPA uit Hong Kong
Op 3 augustus 2021 is bovengenoemde zending met het vliegtuig vanuit Hong Kong op Schiphol aangekomen. De airwaybill met [nummer 1] vermeldde de volgende gegevens. De afzender betreft
[naam 1]. Als geadresseerde is opgenomen
[bedrijf 1] , [adres 1] en [telefoonnummer]. De commercial invoice voor deze zending is gedagtekend op 27 juli 2021 en bevat dezelfde gegevens als de airwaybill, maar ook aanvullend nog het volgende:
[e-mailadres] , KVK [nummer 2] en [btw-nummer] .De totale prijs voor de zending betreft: US 3.650,00.
Op 3 augustus 2021 werd de zending aan een controle onderworpen door de douane en bleek de inhoud daarvan, volgens een indicatieve test, Crystal meth, XTC, PMK en BMK te bevatten. Door het douane laboratorium werd nader onderzoek verricht. Door hen werd vastgesteld dat het zou gaan om MAMDPA. Op 9 augustus 2021 werd de zending verplaatst en werden er monsters genomen. De bemonsteringen zijn door het Nederland Forensisch Instituut eveneens onderzocht en positief bevonden op de aanwezigheid van MAMDPA.
MAMDPA als pre-precursor voor MDMA
In de zending is 339 kilogram MAMDPA aangetroffen. MAMDPA wordt gebruikt voor het vervaardigen van Piperonyl Methyl Ketone (hierna: PMK), waarbij PMK op zijn beurt weer wordt gebruikt voor het vervaardigen van MDMA, een middel op Lijst I van de Opiumwet (hierna: Ow). Er is geen enkel legaal gebruik van MAMDPA in Nederland bekend. De rechtbank overweegt dan ook dat het niet anders kan dan dat deze stof bedoeld is voor de productie van MDMA (door middel van het vervaardigen van PMK).
De inbeslagname van de MAMDPA
De rechtbank overweegt dat uit het arrest van de Hoge Raad van 13 maart 2001 (ECLI:NL:HR:2001:AB0494) volgt dat de inbeslagname van de MAMDPA niet in de weg staat aan het zelfstandig strafbare karakter van voorbereidings- of bevorderingshandelingen, ook niet als met die handelingen pas een begin is gemaakt na die inbeslagneming. De inbeslagname van de MAMDPA op 9 augustus 2021 en het doorlaten van met gips gevulde dozen met alleen een residu MAMDPA staat dus niet in de weg aan een veroordeling voor het tenlastegelegde. Het transport van de MAMDPA van Schiphol naar Rotterdam
Nadat de MAMDPA is vervangen door gips werd de gehele zending, inclusief residu, door de douane vrijgegeven en opgehaald door logistiek dienstverlener [bedrijf 2] . Dit bedrijf heeft vervolgens een ‘notification of arrival’ verzonden aan [bedrijf 3] BV (hierna: [bedrijf 3] ). Bij [bedrijf 3] werden gegevens gevorderd. Zij waren in het bezit van een vrachtbrief met daarin opgenomen dat [bedrijf 3] als expediteur de zending zal afleveren bij
[bedrijf 1] , [adres 2] ,de airwaybill [nummer 1]en de aard van de goederen:
Lewis Paint.Ook werd een ‘machtiging directe vertegenwoordiging’ overhandigd waarin staat dat [medeverdachte 1] het [bedrijf 1] vertegenwoordigt. Ook hier werd een btw-nummer genoemd, hetzelfde als op de airwaybill. Uit onderzoek blijkt dat dit btw-nummer niet bestaat.
Op 12 augustus 2021 werd door [naam 2] , vanuit Curaçao, € 1.169,42 betaald aan [bedrijf 3] ten behoeve van de afhandelingskosten voor het transport van genoemde zending. Zij heeft dit bedrag op verzoek van [medeverdachte 1] overgemaakt en heeft hetzelfde bedrag op dezelfde dag van [medeverdachte 1] terug overgemaakt gekregen op haar rekening.
Ook op 12 augustus 2021 werd de zending opgehaald door een witte Peugeot Partner voorzien van het [kenteken ] . Dit voertuig werd gevolgd. Er werd geobserveerd dat het voertuig stopte ter hoogte van de [adres 3] . Na ruim 10 minuten stopte een grijze scooter naast de Peugeot. De bestuurder van de scooter, [medeverdachte 2] , maakte contact met de bestuurder en de bijrijder van de Peugeot. De Peugeot is daarna, gevolgd door de scooter, naar de portiek(en) van de [adres 4] gereden. Er werd gezien dat de bestuurder van de Peugeot, samen met [medeverdachte 2] de dozen uitlaadde en naar binnen bracht. [medeverdachte 2] droeg hierbij handschoenen. Ook was te zien dat [medeverdachte 2] een wit/blauw gekleurd pakketje uit de scooter pakte en dit in op de laadvloer van de Peugeot legde. De bestuurder van de Peugeot pakte het daar weg en nam het mee naar de voorzijde van de Peugeot. De bestuurder van de Peugeot, [verdachte] , werd later die dag, samen met de inzittende [naam 3] aangehouden. In de Peugeot werd het volgende aangetroffen: een vrachtbrief van de desbetreffende zending, drie facturen op naam van [bedrijf 1] met als [adres 1] en een Albert Heijn tas met daarin € 9.000,-. Ook werd die dag de zending aangetroffen in de kelderbox behorende bij de woning van de moeder van [medeverdachte 2] . In de kelderbox werden ook een volgelaatsmasker, een filter en twee werkhandschoenen aangetroffen. Op het filter en beide handschoenen werd een kleine piek MDMA aangetroffen. Het volgelaatsmasker testte positief op MDMA.
Het medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard, indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, uitvoering of afhandeling van het delict, het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte overweegt de rechtbank als volgt.
[medeverdachte 1] wordt in het dossier aangemerkt als de geadresseerde van de genoemde zending. Op de documenten ten behoeve van deze zending worden foutieve en/of wisselende gegevens gebruikt. Zo wordt er gebruikt gemaakt van verschillende adressen, bestaat het genoemde btw-nummer niet en is sprake van mislabeling. Ook is hij de persoon geweest die, middels de bankrekening van een ander, de afhandelingskosten van het vervoer heeft betaald. [verdachte] is het vervolgens geweest die de zending heeft opgehaald. Dat hij dit in opdracht van [medeverdachte 1] heeft gedaan, is volgens de rechtbank af te leiden uit het feit dat in de Peugeot drie facturen op naam van het bedrijf van [medeverdachte 1] werden aangetroffen. Het kan niet anders dan dat zij hierover hebben gecommuniceerd. Uit de telecomgegevens blijkt ook dat zij elkaar kennen; er is in de periode tussen 1 juni 2021 en 30 september 2021 323 keer contact geweest. [medeverdachte 2] moet voorafgaand aan de levering bij de woning van zijn moeder op de hoogte zijn gehouden van de aankomst van [verdachte] . [verdachte] heeft verderop in de straat staan wachten, waarna hij vervolgens samen met [medeverdachte 2] naar de woning van zijn moeder is gereden. Samen hebben ze de dozen naar binnen gebracht. Bij het sjouwen van de dozen droeg [medeverdachte 2] werkhandschoenen. In de kelderbox lag voorts een volgelaatsmasker, dat positief testte op MDMA. Het is verder ook [medeverdachte 2] geweest die uiteindelijk na aflevering van de zending een bedrag van € 9.000,- in een blauw/witte plastic Albert Heijn tas in de Peugeot van [verdachte] heeft gelegd.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten is komen vast te staan. Hoewel de bijdragen van de verdachten afzonderlijk niet van even groot gewicht zijn geweest, hebben alle verdachten een essentiële rol gespeeld in het geheel. De handelingen van verdachten zijn allemaal van voldoende gewicht in relatie tot de voorbereidingshandelingen voor de productie van MDMA om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank overweegt dat [medeverdachte 1] hierbij vooral een initiërende rol heeft gehad en dat [verdachte] en [medeverdachte 2] vooral faciliterende en uitvoerende rollen hebben gehad. Voornoemde gedragingen kunnen derhalve naar het oordeel van de rechtbank worden gekwalificeerd als medeplegen.
De wetenschap en het opzet
Verdachte heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht. Bij gebreke van een logische verklaring voor voornoemde handelingen moet worden uitgegaan van de uiterlijke verschijningsvorm zoals die uit het dossier kan worden afgeleid. Op basis van de hiervoor beschreven voor een reguliere invoer van stoffen ongebruikelijke handelingen en gedragingen gaat de rechtbank er van uit dat [verdachte] ernstige reden had om te vermoeden dat er MAMDPA in de zending uit Hong Kong zat en dat deze stof bestemd was voor de productie van MDMA (door middel van het vervaardigen van PMK) en dat zijn (voorwaardelijk) opzet op deze handelingen gericht was.