10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair:poging tot doodslag;
feit 2 primair:poging tot doodslag;
- verklaart
verdachte niet strafbaar voor het bewezen verklaarde en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
- gelast de
terbeschikkingstellingvan verdachte en stelt daarbij als
voorwaarden:
* dat verdachte zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
* dat verdachte zal meewerken aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- dat verdachte zich zal melden op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- dat verdachte een of meer vingerafdrukken zal laten nemen en een geldig identiteitsbewijs zal laten zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen;
- dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- dat verdachte de reclassering zal helpen aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- dat verdachte zal meewerken aan huisbezoeken;
- dat verdachte de reclassering inzicht zal geven in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- dat verdachte zich niet zal vestigen op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- dat verdachte zal meewerken aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
* dat verdachte niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zal gaan, zonder toestemming van de reclassering;
* dat verdachte zich zal laten opnemen in een FPA [afdeling 2] / [afdeling 1] of een soortgelijke zorginstelling, FPA of FPK, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start bij FPA [afdeling 1] wanneer daar een bed vrij is na de uitspraak. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, beschermd of begeleid wonen gewenst vindt, zal verdachte meewerken aan de indicatiestelling en plaatsing;
* dat verdachte zich, indien geïndiceerd, aansluitend op de klinische behandeling ambulant laat behandelen door een nader te bepalen ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend op de klinische behandeling. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte, als de reclassering dat nodig vindt en verdachte daarmee instemt, kan worden opgenomen voor een time-out in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
* dat verdachte zal verblijven in een instelling voor beschermd wonen, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend op de klinische behandeling. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte zal zich houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- draagt de reclassering op verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden;
- beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is;
- legt een gedragsbeïnvloedende en/of vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [woonvoorziening] van € 1.050,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [woonvoorziening] (feiten 1 en 2), € 1.050,- te betalen aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 20 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van € 3.003,50, waarvan € 503,50 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering van de benadeelde partij betreffende de overige gevorderde materiële schade af;
- verklaart de benadeelde partij in het overige immateriële gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van [slachtoffer 1]
(feit 1), € 3.003,50 te betalen waarvan € 503,50 aan materiële schade en
€ 2.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 40 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van € 2.759,95, waarvan € 259,95 aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering van de benadeelde partij betreffende de gevorderde materiële schade met betrekking tot de bijdrage voor de psycholoog af;
- verklaart de benadeelde partij in het overige materiële en immateriële gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 2] (feit 2), € 2.759,95 te betalen waarvan € 259,95 aan materiële schade en
€ 2.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 37 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
een schroevendraaier (Omschrijving: G2467906 (Dna-kit sin aaph3833nl), Rood).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.M. Collombon, voorzitter, mr. R.J.H. Goossens en
mr. A.L. Hoekstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.E.A.M. van der Ven - van de Riet, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 9 mei 2023.
Mr. Collombon en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.