9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen 48 uur meldt bij Reclassering Nederland, Ringbaan West 275 te Tilburg, telefoonnummer 088-8041505. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte verblijft in een instelling voor begeleid of beschermd wonen maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering en zolang de reclassering het noodzakelijk acht. Het verblijf start als blijkt dat er in het kader van een WLZ geen verblijf binnen een voorziening te realiseren is en bij beschikbaarheid van een bed. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij [slachtoffer ]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer ] van € 1.562,20, waarvan € 512,20 aan materiële schade en € 1.050,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 12 november 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer ] € 1.562,20 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 12 november 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 25 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [naam ] , namens Stichting Casade
- verklaart de benadeelde partij Stichting Casade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij Stichting Casade in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk is aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.W.M. Sterk, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. C. Hofman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.C.L.J. Luijten, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 mei 2023.