Uitspraak
STAD ANTWERPEN,
1.Het verdere verloop van het geding
- het tussenvonnis van 1 maart 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de akte na tussenvonnis van Antwerpen van 23 maart 2023.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In de zaak tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon Stad Antwerpen en een gedaagde, heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 april 2023 uitspraak gedaan. De eisende partij, Stad Antwerpen, vorderde een schadevergoeding van € 150,00 op basis van een opgelegde administratieve boete voor het rijden met een motorvoertuig in een Lage Emissiezone zonder de vereiste ontheffing. De gedaagde, die in persoon procedeerde, had erkend dat zij de boete had moeten betalen, maar stelde dat zij had verzocht om in termijnen te mogen betalen. De rechtbank oordeelde dat dit verzoek niet afdoet aan de verschuldigdheid van het bedrag en dat de gedaagde zich voor een betalingsregeling tot de gemachtigde van Antwerpen moest wenden.
De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 150,00 en daarnaast in de proceskosten van de eisende partij, die zijn vastgesteld op € 313,22. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De procesgang omvatte een tussenvonnis van 1 maart 2023 en een akte van de eisende partij van 23 maart 2023, waarin de vorderingen zijn aangepast aan het Belgisch recht. De rechtbank heeft de vordering van de eisende partij toegewezen, waarbij de gedaagde als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.