Uitspraak
1.De procedure
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 6 maart 2023;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- een bedrag van € 2.316,45 aan achterstallige huur tot en met 31 maart 2023, buitengerechtelijke kosten en de tot 1 december 2022 verschenen rente, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.288,60 vanaf 19 december 2022 tot aan de dag van volledige betaling,
- een bedrag van € 322,23, althans het periodieke bedrag dat naar wettelijke bepalingen als huurprijs geldt voor het gehuurde, per maand of gedeelte daarvan aan huur dan wel schadevergoeding vanaf 1 januari 2023 tot de feitelijke ontruiming van het gehuurde;