Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 19 oktober 2022 te Tilburg opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- ongeveer 41,95 gram, van een materiaal bevattende
cocaïne en
- ongeveer 651,64 gram, van een materiaal bevattende
cocaïne en
- ongeveer 12,25 gram, van een materiaal bevattende
cocaïne en
- ongeveer 33,03 gram, van een materiaal bevattende
cocaïne en
- ongeveer 3,59 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
mdma, zijnde cocaïne en of mdma telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
op 19 oktober 2022 te Tilburg wapens en munitie
van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistool, van het merk Beretta, type 950B, kaliber 6,35 mm en
- een pistool, van het merk Browning, type Baby, kaliber 6,35 mm en
- een pistool, van het merk Rohm, type RG9, kaliber 8 mm,
in elk geval wapens)van categorie III en
munitie van categorie III, te weten
- 6, kogelpatronen (kaliber 6,35 mm) en
- 7, kogelpatronen (van het merk S&B en GFL, kaliber 6,35 mm) en
- 9, kogelpatronen (kaliber 6,35 mm)
voorhanden heeft gehad;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden: