Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] V.O.F.,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiseres een vordering ingesteld tegen gedaagden naar aanleiding van de koop van een paard. Eiseres stelt primair dat het paard niet aan de overeenkomst voldeed, maar gedaagden zijn niet tijdig op de hoogte gesteld van de gebreken. Subsidiair beroept eiseres zich op dwaling, maar dit is gebaseerd op toekomstige omstandigheden. De kantonrechter heeft op 26 april 2023 geoordeeld dat eiseres niet tijdig heeft geklaagd over de gebreken van het paard, waardoor zij geen beroep kan doen op non-conformiteit. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het paard op 22 maart 2021 is gekocht, maar dat eiseres pas op 18 november 2021 gedaagden op de hoogte heeft gesteld van de gebreken. Dit is niet binnen de vereiste termijn van twee maanden na ontdekking van het gebrek. Hierdoor is de primaire vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding afgewezen.
Daarnaast heeft de kantonrechter de subsidiaire vordering tot vernietiging van de koopovereenkomst op basis van dwaling afgewezen. Eiseres kon niet aantonen dat gedaagden op de hoogte waren van de gebreken en had ook niet kunnen begrijpen dat eiseres de koop niet had gesloten als zij op de hoogte was geweest van de gebreken. De kantonrechter concludeert dat de vorderingen van eiseres worden afgewezen en dat zij in de proceskosten wordt veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van gedaagden zijn vastgesteld op € 792,00.