ECLI:NL:RBZWB:2023:3022

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
4 mei 2023
Zaaknummer
02-284859-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen en kinderporno via internet met minderjarigen

In deze strafzaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 mei 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich op internet voordeed als jonge vrouw en in contact kwam met twee minderjarige meisjes. De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met een dertienjarig en een veertienjarig meisje, waarbij hij onder andere seksuele foto's en video's heeft verkregen en verspreid. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, maar dat dit niet afdeed aan de ernst van de gepleegde feiten. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 239 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar, en daarnaast een taakstraf van 240 uur. Tevens werd een maatregel tot gedragsbeïnvloeding opgelegd. De rechtbank kende immateriële schadevergoedingen toe aan de slachtoffers, waarbij het dertienjarige meisje € 2.500,00 en het veertienjarige meisje € 10.000,00 ontving. De rechtbank benadrukte de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de ernstige impact van de daden van de verdachte op hun leven. De verdachte werd ook verplicht om zich te houden aan strenge voorwaarden, waaronder toezicht door de reclassering en het vermijden van contact met minderjarigen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02/284859-22
vonnis van de meervoudige kamer van 3 mei 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1982 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsman mr. M.J.F. Zoeteweij, advocaat te Vlissingen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 april 2023, waarbij de officier van justitie mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. in de periode van 1 juni 2022 tot en met 2 november 2022 bij [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen heeft verricht, die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
2. zich in de periode van 1 juni 2022 tot en met 2 november 2022 schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] die nog geen zestien jaar oud was;
3. in de periode van 9 oktober 2021 tot en met 2 november 2022 kinderporno onder meer heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in zijn bezit heeft gehad;
4. zich in de periode van 1 juni 2022 tot en met 2 november 2022 schuldig heeft gemaakt aan digitaal kinderlokken van [slachtoffer 1] ;
5. in de periode van 1 mei 2022 tot en met 2 juni 2022 van [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) een afbeelding van seksuele aard openbaar heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die openbaarmaking nadelig voor [slachtoffer 2] kon zijn.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. Bij feit 3 gaat het daarbij om het verspreiden, het in bezit hebben en het zich de toegang verschaffen tot kinderporno.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft op zitting bevestigd dat verdachte voor alle feiten als een bekennende verdachte kan worden aangemerkt en zich beperkt tot een paar opmerkingen over de bewezenverklaring. Bij de feiten 1, 2 en 4 moet de pleegperiode beginnen op 1 juli 2022, omdat [slachtoffer 1] in haar getuigenverhoor verklaart dat ze verdachte in juli 2022 voor het eerst heeft ontmoet en de eerste foto van haar dateert van 19 juli 2022. Bij feit 3 kan bewezen worden verklaard het verspreiden, aanbieden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van kinderporno. Omdat er geen sprake is geweest van ‘een derde persoon’ bij het met de vingers strelen van de vagina van [slachtoffer 1] kan dit niet bewezen kan worden verklaard. Tot slot is feit 5 niet gedurende de hele ten laste gelegde periode gepleegd, maar alleen op 31 mei 2022: de datum dat het screenshot is doorgestuurd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Verdachte heeft op zitting over alle vijf ten laste gelegde feiten een bekennende verklaring afgelegd. Samen met de andere in bijlage II genoemde bewijsmiddelen leidt dat tot het oordeel dat die feiten wettig en overtuigend bewezen worden, zoals hierna onder 4.4 weergegeven.
Gelet op het getuigenverhoor van [slachtoffer 1] laat de rechtbank de pleegperiode van de feiten 1, 2 en 4 beginnen op 1 juli 2022. Bij feit 1 en 2 is daarbij sprake van eendaadse samenloop. Het gaat bij beide feiten om dezelfde drie ontmoetingen. Daarbij hebben ontuchtige handelingen plaatsgevonden, die bij elke ontmoeting mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen door verdachte met een of meer van zijn vingers en/of zijn penis.
Het verspreiden van kinderporno van feit 3 ziet op het sturen van het derde beschreven filmpje, waarop (een deel van) het lichaam van [slachtoffer 2] te zien is, naar de volgers van [slachtoffer 2] op Instagram. Bij feit 5 gaat het om het sturen van een naaktfoto van [slachtoffer 2] aan die volgers. Het gaat daarbij naar het oordeel van de rechtbank om afzonderlijke wilsbesluiten van verdachte en daarop volgende handelingen en twee strafbepalingen met een ander beschermd belang, zodat er geen sprake is van eendaadse samenloop. Gelet op screenshot 10 in het eindproces-verbaal op pagina 119 laat de rechtbank de pleegperiode van feit 5 beginnen op 31 mei 2022. In screenshot 15 schrijft verdachte dat hij “al haar foto’s” (de rechtbank begrijpt: van [slachtoffer 2] ) naar mensen heeft gestuurd, omdat degene aan wie hij het bericht schrijft haar blokt. Daaruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte op meerdere tijdstippen de foto(‘s) heeft doorgestuurd. Overigens is er alleen al sprake van “meermalen gepleegd”, omdat de foto(‘s) naar meerdere volgers is(zijn) gestuurd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2022 tot en met 2 november 2022 te [plaats 1] , met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2008, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en/of zijn penis tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] geduwd;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2022 tot en met 2 november 2022 te [plaats 1] , met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2008, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, telkens buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte geëjaculeerd over het lichaam van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 1] zijn, verdachtes, penis laten betasten en de vagina en borsten van die [slachtoffer 1] betast en die [slachtoffer 1] op de mond gezoend;
3.
hij op tijdstippen in de periode van 9 oktober 2021 tot en met 2 november 2022 in Nederland afbeeldingen, te weten een of meer foto’s en/of filmpje(s) en/of een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten telefoons en/of een Macbook, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, te weten
- een filmpje waarbij meisje een badkamer inloopt, zich uitkleed, doucht en vervolgens haar vagina kaal scheert met een lichtgroen scheermesje. Nadat het meisje haar vagina heeft geschoren pakt zij een borstel waarmee zij met het handvat van de borstel haar vagina penetreert. Hierbij poseert het meisje voor de camera, en/of
- foto’s en filmpjes waarop te zien is dat [slachtoffer 1] bij bossages loopt, haar kleding uittrekt en naakt op een kleed gaat liggen en dat een persoon met vingers de vagina van die [slachtoffer 1] streelt en penetreert. Tevens is te zien dat een blote penis langs de vagina van die [slachtoffer 1] schuift / schuurt. Op enig moment is te zien dat een klein deel van de penis zich tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] bevindt, en/of
- een filmpje waarop een meisje is te zien die met een haarborstel haar vagina penetreert;
4.
hij in de periode van 1 juli 2022 tot en met 2 november 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van
een communicatiedienst met een persoon, te weten [slachtoffer 1] (geboortedatum [geboortedag 2] 2008)), van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk om ontuchtige handelingen te plegen, waarbij hij, verdachte, door middel van het versturen van instagram-berichten met die [slachtoffer 1] heeft afgesproken;
5.
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 mei 2022 tot en met 2 juni 2022 in Nederland van een persoon, te weten [slachtoffer 2] , een afbeelding van seksuele aard, te weten een foto waarop die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk naakt te zien is, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die openbaarmaking nadelig voor die [slachtoffer 2] kon zijn;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vindt de verdere behandeling van de uit voorlopige hechtenis geschorste verdachte te belangrijk om hem terug de gevangenis in te sturen. Behandeling van verdachte is belangrijk voor verdachte, zijn slachtoffers en de samenleving. Daarom vordert hij aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 240 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daaraan gekoppeld als bijzondere voorwaarde het toezicht door de reclassering gedurende de proeftijd en als separate bijzondere voorwaarde een ambulante behandeling voor de duur van maximaal 2 jaar of zoveel korter als de behandelaar wenselijk of noodzakelijk vindt. Daarnaast vordert hij oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is het met de officier van justitie eens dat behandeling van verdachte van groter belang is dan hem verder af te straffen. Indien de voorwaarden, zoals die bij de beslissing tot schorsing van de voorlopige hechtenis van 7 maart 2023 zijn gesteld, ook nu zouden worden gesteld, dan is verdachte bereid zich daaraan te houden, hoewel de reclassering wellicht nog een wijziging in de voorwaarden zou kunnen aanbrengen.
Van belang is dat rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en dat hij ambulant kan worden behandeld. Hij heeft op dit moment een baan. Ondanks dat hij door zijn voorlopige hechtenis vier maanden niet heeft kunnen werken, heeft hij promotie gekregen, waarbij hij meer fysieke werkzaamheden uitoefent. Daarnaast heeft hij een woning die hij zelf bekostigt. Van belang is ook dat verdachte minder lichamelijke behoeftes ervaart. Een fikse gevangenisstraf met een voorwaardelijk deel is passend. Wel vraagt de verdediging zich af hoe de oplegging van een maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht uiteindelijk in een vat moet worden gegoten, zodat deze maatregel niet zou moeten worden opgelegd. Indien de rechtbank toch beslist tot oplegging van deze maatregel, dan kan de duur worden beperkt.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en ernst van de feiten
Op een doortrapte manier heeft verdachte in mei 2022 via internet contact gelegd met de toen dertienjarige [slachtoffer 2] . Via zijn account “ [accountnaam 1] ” deed verdachte zich voor als een blond panseksueel meisje van 18 jaar en stuurde hij [slachtoffer 2] seksuele foto’s en filmpjes van een meisje. Daarmee wekte hij het vertrouwen van [slachtoffer 2] , nu ‘het meisje van [accountnaam 1] ’ zich zo kwetsbaar opstelde door die foto’s en filmpjes te delen. Daarop deed [slachtoffer 2] waar het verdachte om te doen was. Op verzoek van ‘het meisje van [accountnaam 1] ’ stuurde zij foto’s en filmpjes van haar geslachtsdeel en filmpjes dat zij zich vingerde en er wat in stopte. Na een sextingles op school heeft [slachtoffer 2] uiteindelijk gezorgd dat het account [accountnaam 1] werd geblokkeerd. Daarop heeft ‘het meisje’ [slachtoffer 2] meteen benaderd via een ander account en gezegd dat zij het leven gaat verpesten van degene die haar account heeft laten verdwijnen. Na nog meer dreigende berichten heeft verdachte ook daadwerkelijk foto’s en een filmpje van [slachtoffer 2] onder haar Instagramvolgers verspreid.
Bij de toen net veertienjarige [slachtoffer 1] is verdachte nog verder gegaan. Ook bij haar deed hij zich eerst voor als een jonge vrouw in de leeftijd van 19 à 20 jaar, maar dan als
“ [naam] ” met het account [accountnaam 2] . [slachtoffer 1] vertrouwde die [naam] onder andere toe dat ze gepest is en problemen met haar biologische vader heeft. Verdachte was zich die kwetsbaarheid van [slachtoffer 1] goed bewust en wist ook haar leeftijd. Het weerhield hem er niet van om als [naam] [slachtoffer 1] naar een “goede vriend’ te verwijzen met wie ze verder kon praten. Dat was verdachte zelf. In dat contact heeft hij [slachtoffer 1] zover gekregen dat ze elkaar in juli 2022 ook echt ontmoetten. Meteen de eerste keer heeft hij haar toen mee naar een bos genomen waar hij ontuchtige handelingen bij haar heeft gepleegd, waaronder seksueel binnendringen met zijn vinger(s). Daarna volgen nog een tweede en een derde keer waarbij verdachte ook geprobeerd heeft met zijn penis in haar vagina te gaan. Dat lukte echter niet, omdat [slachtoffer 1] verkrampte en het duidelijk pijn deed bij haar. De tweede keer heeft verdachte daarbij foto’s en een filmpje gemaakt van het seksueel misbruik. Als [slachtoffer 1] uiteindelijk de moed vindt om met een vriendje over het seksueel misbruik te praten, zorgt die dat zij het op 2 november 2022 ook tegen haar moeder en stiefvader vertelt. Verdachte dreigt dan al een door hem gemaakte misbruikfoto van [slachtoffer 1] online te zetten als zij niet opnieuw met hem afspreekt. Hij bericht haar op 2 november 2022 zelfs dat hij haar dan wel echt gaat ontmaagden, omdat ze straf verdient en hij boos op haar is. Met medeweten van haar moeder en stiefvader vindt dan die avond rond 20.30 uur een ontmoeting plaats, waarbij verdachte door de inmiddels ingeschakelde politie wordt aangehouden.
De rechtbank stelt vast dat verdachte alleen voor de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens een grote inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] . Op een slinkse manier heeft hij eerst als ‘meisje’ een vertrouwensband met hen opgebouwd om hen daarna seksueel te misbruiken: [slachtoffer 2] digitaal en [slachtoffer 1] in levende lijve. Toen ze niet meer deden wat hij wilde, aarzelde hij niet om ze te chanteren met het verspreiden van door zijn toedoen gemaakte seksuele foto’s en/of een filmpje. Bij [slachtoffer 2] heeft die verspreiding ook daadwerkelijk plaatsgevonden. Zij schaamde zich dood en durfde niet over straat.
[slachtoffer 2] is zich sinds de zomer van 2022 slechter gaan voelen met angsten en paniekaanvallen. Daarvoor heeft zij regelmatig een beroep moeten doen op de medewerker leerlingenbalie, die leerlingen opvangt die even een directe opvang nodig hebben. Daarnaast heeft zij gesprekken gevoerd met de leerlingbegeleider en de schoolpsycholoog. Vanwege onvoldoende capaciteit op school zal haar moeder - op advies van school - aan de huisarts een doorverwijzing gaan vragen.
[slachtoffer 1] heeft grote indruk op de rechtbank gemaakt door bij de zitting aanwezig te zijn en zelf haar schriftelijke slachtofferverklaring voor te lezen. Daarbij heeft de rechtbank zelf kunnen zien en horen dat [slachtoffer 1] nog een zeer jong meisje is dat bovendien moeilijk uit haar woorden komt. De rechtbank begrijpt haar verklaring dat zij makkelijk te manipuleren was en ook verdachte zelf noemt haar bij de politie “kneedbaar en kwetsbaar”. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze zich machteloos voelde en dat haar lichaam beschadigd was. Ze is ook zichzelf gaan beschadigen en voelde zich zo vernederd dat ze zelfs aan zelfmoord heeft gedacht. Haar moeder en stiefvader hebben haar gedrag zien veranderen sinds het seksueel misbruik. [slachtoffer 1] is angstig, vermoeid, vertoont vermijdend gedrag, is opstandig en snel boos, slaapt erg slecht en heeft vaak nachtmerries met herbeleving van de feiten en heeft concentratieproblemen en negatieve gedachten. [slachtoffer 1] is wantrouwend en teruggetrokken geworden en stoot (nieuwe) contacten af. Ze ervaart diepe gevoelens van schaamte over wat haar is overkomen. [slachtoffer 1] heeft veel ambulante hulpverlening gehad en is aangemeld voor Multisysteem Therapie. Dat richt zich op jongeren van 10 tot 18 jaar met ernstige gedragsproblemen, waarbij het hele gezin wordt betrokken.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
Verdacht heeft op zitting veel zelfinzicht getoond. Sinds drie jaar komt hij naar eigen zeggen openlijk uit voor zijn seksuele belangstelling voor meisjes vanaf ongeveer 15 jaar. Er zit een kwade kant of duivel in hem die niet alleen die lustgevoelens ervaart en met een meisje wil beleven, maar ook overgaat tot angstaanjagende chantage als hij het gevoel heeft dat een meisje met wie hij contact heeft hem opzij zet. Een reactiepatroon dat ook bij [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] te zien is geweest.
Het zelfinzicht van verdachte sluit aan bij de bevindingen van [psycholoog] die op 23 februari 2023 een rapport over hem heeft uitgebracht. De psycholoog rapporteert dat verdachte vertelt dat hij al lang een specifieke seksuele voorkeur heeft voor jonge meisjes bij wie de secundaire geslachtskenmerken reeds gerijpt zijn. Hoewel hij zich ook tot meisjes achtige vrouwen voelt aangetrokken, bestaat er een duidelijke voorkeur voor daadwerkelijk jonge meisjes. Verdachte ervaart een verlangen naar seksueel contact met meisjes van een dergelijke leeftijd en probeert met hen in contact te komen op een berekenende manier. Hij is niet goed in staat om zijn seksuele lustgevoelens goed te hanteren en zijn gewetensfunctie is onvoldoende stevig om hem van dergelijk seksueel grensoverschrijdend contact af te houden. Het gedrag van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde is het gevolg van zijn specifieke seksuele voorkeur (parafilie) en zijn persoonlijkheidsproblematiek, waarin onder andere zijn impulsregulatie- en gewetensproblemen op de voorgrond staan.
De psycholoog concludeert dat er bij verdachte sprake is van 'Andere gespecificeerde parafiele stoornis', een lichte stoornis in alcoholgebruik en van een 'Andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis'. Er is een verband tussen de geconstateerde psychische problematiek en de tenlastegelegde feiten. Verdachte moet verstandelijk in staat worden geacht om de wederrechtelijkheid van het tenlastegelegde in te kunnen zien. Hij kan echter als gevolg van de geconstateerde psychische problematiek niet goed in staat worden geacht om zijn wil overeenkomstig voornoemd inzicht geheel in vrijheid te bepalen. Geadviseerd wordt om de tenlastegelegde feiten – indien bewezen – betrokkene in verminderde mate toe te rekenen. De rechtbank neemt die conclusie van de psycholoog over.
De conclusie van de psycholoog dat sprake is van een matig herhalingsgevaar neemt de rechtbank niet over. De reclassering komt in zijn rapport van 14 april 2023 tot een gemiddeld tot hoog herhalingsgevaar. In aanvulling daarop stelt de rechtbank vast dat verdachte al tien jaar vrijwillig in behandeling is geweest.
Net zo min als zijn zelf verklaarde openheid over zijn seksuele voorkeur sinds drie jaar heeft die tien jaar behandeling seksueel misbruik van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] kunnen voorkomen. Integendeel, als [slachtoffer 1] het niet verteld had tegen een vriendje en niet met steun van haar moeder en stiefvader verdachte in de val had gelokt, was verdachte nu nog bezig geweest met zijn berekenende manier om zijn seksuele lusten te bevredigen ten koste van minderjarige meisjes. Dat rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank een inschatting van het herhalingsgevaar als hoog wanneer de alleen wonende verdachte niet langdurig en intensief wordt behandeld en begeleid.
Voor die langdurige en intensieve behandeling en begeleiding heeft de reclassering in zijn rapport van 14 april 2023 een duidelijk kader van voorwaarden geadviseerd. Die vormen grotendeels ook het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte sinds 8 maart 2023. In de ruime maand tot de zitting heeft verdachte zich netjes aan de voorwaarden gehouden, maar hij kijkt wel weer regelmatig porno, wat hij op zitting heeft bevestigd. Net zoals hij ook op zitting heeft verklaard dat het om 18+ porno gaat.
De op te leggen straffen en maatregel
Gelet op de eerder omschreven aard en ernst van de feiten is naar het oordeel van de rechtbank in principe een langdurige gevangenisstraf op zijn plaats, waarvan het overgrote deel onvoorwaardelijk. Ook als wordt uitgegaan van verminderde toerekeningsvatbaarheid, zoals de rechtbank doet. Verdachte is echter open over zijn psychische problematiek en bereid zich aan strenge voorwaarden te houden. Daarbij is hij bij het uitspreken van dit vonnis al bijna twee maanden op vrije voeten wat voor behoud van zijn werk en eigen woning heeft gezorgd. Stabiele factoren die ook voor de toekomst van verdachte en het voorkomen van herhaling van belang zijn. In navolging van de officier van justitie zal de rechtbank verdachte daarom een allerlaatste kans geven en hem een straf opleggen waardoor hij niet terug de gevangenis in hoeft. De rechtbank vindt echter wel een hogere straf passend dan door de officier van justitie geëist.
De rechtbank zal verdachte allereerst een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 365 dagen met aftrek van de tijd in voorarrest, waarvan 239 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar. Aan die proeftijd worden ook de voorwaarden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering. De langere proeftijd van vijf jaar is op zijn plaats nu er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte weer een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Gelet daarop zal de rechtbank ook bevelen dat de voorwaarden en het toezicht daarop dadelijk uitvoerbaar zijn.
Om recht te doen aan de ernst van de feiten zal de rechtbank daarnaast een taakstraf van 240 uur opleggen. Het is niet alleen een goede manier voor verdachte om fysiek actief te zijn, maar het geeft hem extra tijd om na te denken over de ernst van zijn misdrijven.
Gelet op die eerder al omschreven ernst van zijn misdrijven en het herhalingsgevaar zal de rechtbank tot slot een maatregel opleggen strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.

7.De benadeelde partijen

[slachtoffer 1] (feit 1, 2, 3 en 4)
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 15.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente primair vanaf 3 november 2022 en subsidiair vanaf heden en daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ook vordert zij vergoeding van de proceskosten ten bedrage van € 792,00.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde schade tot een bedrag van € 10.000,00 een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten en zij acht verdachte aansprakelijk voor die schade. De rechtbank heeft daarbij aansluiting gezocht bij categorie 4 van de letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Bij de strafmaatoverweging is de rechtbank al ingegaan op de ernst van het onrechtmatige gedrag van verdachte naar de kwetsbare [slachtoffer 1] en de gevolgen voor haar. Daarbij merkt de rechtbank nog maar een keer op dat verdachte bekend was met de kwetsbaarheid van de jonge [slachtoffer 1] , maar dat weerhield hem er niet van haar bewust verder te beschadigen. Gelet op die ernst en de gevolgen is
€ 10.000,00 passend gelet op wat op dit moment bekend is.
De benadeelde partij zal voor het overige deel niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard. Dat deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente over het toegewezen bedrag toewijzen vanaf 2 november 2022.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
Ook de gevorderde proceskosten zullen worden toegewezen. Deze zijn conform het liquidatietarief en niet betwist.
[slachtoffer 2] (feit 3 en 5)
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2022 en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde schade een rechtstreeks gevolg is van de bewezenverklaarde feiten en zij acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde is door de benadeelde partij voldoende aannemelijk gemaakt, voldoende onderbouwd en door de verdachte niet betwist, zodat de vordering zal worden toegewezen.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente over het toegewezen bedrag toewijzen vanaf 31 mei 2022.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.

8.Het beslag

8.1
De onttrekking aan het verkeer
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen, te weten een telefoon en een laptop, zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
Gebleken is dat deze gegevensdragers aan verdachte toebehoren en de feiten zijn begaan met betrekking tot en met behulp van deze voorwerpen.
Verder zijn de voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 36f, 38z, 55, 57, 139h, 240b, 245, 247 en 248e van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Eendaadse samenloop tussen
feit 1: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren
heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede
bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
en
feit 2: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige
handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 3: een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele
gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit
hebben;
feit 4: door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
een communicatiedienst aan een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet
heeft bereikt een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen
met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op
het verwezenlijken van die ontmoeting, meermalen gepleegd;
feit 5: openbaar maken van een afbeelding van seksuele aard van een persoon, terwijl
hij weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn, meermalen
gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen, waarvan
239 (tweehonderdnegenendertig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 5 (vijf) jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met betrokkene opnemen voor de eerste afspraak;
* dat verdachte zich laat behandelen door Forensische Zorg Zeeland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na aanmelding en een positieve indicatie. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [slachtoffer 1] en haar ouders en [slachtoffer 2] en haar ouders, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
* dat verdachte zich niet in de woonplaats c.q. directe woonomgeving van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] bevindt, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
* dat verdachte op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat de gezaghebbende ouder of verzorger hierbij aanwezig zijn;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te
voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte.
De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
* dat verdachte zich onthoudt van het gebruik van alle Social Media, zoals (maar niet beperkt tot) Snapchat, Linkedln, Facebook, Instagram, Twitter, WhatsApp, YouTube, Pinterest, TikTok, Tumbler, Vine, Periscope, WeChat, Google+, Skype, QQ, Twilio, Tagged, Line, Badoo, Causes, Nimbuzz!, Tango, Disqus, etc. Dit
geldt niet voorTEAMS, dit mag verdachte gebruiken voor zover dit nodig is voor zijn werk.
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
Maatregel
- legt aan verdachte op
de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1] (feit 1, 2, 3 en 4)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 10.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 3 november 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op € 792,00;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
[slachtoffer 2] (feit 3 en 5)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 2.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 1] (feit 1, 2, 3 en 4), € 10.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
3 november 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 85 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2] (feit 3 en 5), € 2.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 35 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partijen vervalt en omgekeerd;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
* 1.00 stuks telefoontoestel (omschrijving: G2521368, Zwart, merk: Iphone);
* 1.00 stuks computer (omschrijving: G2521374, laptop + oplader, Apple);
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter,
mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en mr. E.A. Mulders, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. Huwae, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 mei 2023.
Mrs. De Brouwer en Mulders zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.