ECLI:NL:RBZWB:2023:3021

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
4 mei 2023
Zaaknummer
10223923 CV EXPL 22-3706
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van onbetaalde leasetermijnen in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert Louwman PR B.V. betaling van onbetaalde leasetermijnen door [gedaagde] B.V. De zaak betreft een financial lease overeenkomst voor een Citroën Berlingo, waarbij [gedaagde] een bedrag van € 9.680,- diende te betalen. Tot op heden heeft [gedaagde] slechts € 6.500,- aan termijnbedragen voldaan, waardoor er nog een openstaand bedrag van € 3.180,- resteert. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet op de zitting is verschenen, waardoor het niet mogelijk was om aanvullende informatie van hen te verkrijgen. Louwman heeft ter zitting gesteld dat Blauwendaal Poortugaal een handelsnaam is van Louwman, wat niet is weersproken. Hierdoor heeft Louwman een vorderingsrecht op [gedaagde]. De kantonrechter heeft de vordering van Louwman, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, toegewezen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Louwman, die zijn vastgesteld op € 1.123,41. Het vonnis is uitgesproken op 26 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaaknummer: 10223923 CV EXPL 22-3706
vonnis van 26 april 2023
in de zaak van
Louwman PR B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage ,
eiser,
hierna te noemen: Louwman ,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
verschenen bij L. van Mook .

1.Het verdere verloop van het geding

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 december 2022, met de daarin genoemde processtukken;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 27 maart 2023.

2.Het geschil

2.1.
Louwman vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 3.916,78, bestaande uit € 3.180,- aan hoofdsom, € 293,78 aan wettelijke rente berekend tot 15 november 2022 en € 443,- aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 15 november 2022 tot aan de dag van de volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
[gedaagde] voert verweer.

3.De feiten

3.1.
Op 5 december 2017 is tussen [gedaagde] en Blauwendaal Ridderkerk een overeenkomst tot levering van een Citroën Berlingo, met [kenteken] , gesloten tegen een door [gedaagde] te betalen bedrag van € 9.680,-.
3.2.
Ter financiering van die auto is een financial lease overeenkomst gesloten tussen [naam] en [gedaagde] als lessee en Blauwendaal Poortugaal als leverancier, op grond waarvan aan lessee ten titel van lease het gebruik van die auto is verschaft tegen door de lessee te betalen termijnbedragen. De eerste vervaldag is 7 januari 2018 en de einddatum is 7 december 2021.
3.3.
[gedaagde] heeft in totaal € 6.500,- aan termijnbedragen betaald.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] nog een bedrag van € 3.180,- moet betalen.
4.2.
[gedaagde] is niet op de zitting verschenen. Daardoor is aan de kantonrechter de mogelijkheid onthouden om van [gedaagde] inlichtingen in te winnen. De gevolgen daarvan zijn voor [gedaagde] .
4.3.
Louwman heeft ter zitting gesteld dat Blauwendaal Poortugaal een handelsnaam is van Louwman . Nu deze stelling niet is weersproken, gaat de kantonrechter daarvan uit. Dit betekent dat Louwman een vorderingsrecht heeft op [gedaagde] .
4.4.
[gedaagde] heeft in de conclusie van antwoord aangevoerd dat het gevorderde bedrag voor haar een raadsel is. Ter zitting is door Louwman toegelicht dat van het aanschafbedrag van € 9.680 € 6.500,- via leasetermijnen is betaald en € 3.180,- niet is betaald. Gelet op deze toelichting, die niet is weersproken, zal de vordering aan hoofdsom worden toegewezen.
4.5.
De vorderingen ter zake van de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten zijn als onweersproken en op de wet gegrond eveneens toewijsbaar.
4.6.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Louwman . Die kosten worden vastgesteld op € 1.123,41, bestaande uit € 108,41 aan dagvaardingskosten, € 487,- aan griffierecht en € 528,- (2 punten x € 264,-) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 3.916,78 aan Louwman , te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.180,- vanaf 15 november 2022 tot aan de dag van de volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van Louwman , vastgesteld op € 1.123,41;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023.