ECLI:NL:RBZWB:2023:284

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
9950279_E18012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en schadevergoeding na verwijdering van beplanting

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 januari 2023, vorderde de besloten vennootschap Soles Holding B.V. schadevergoeding van de gedaagde partij, die onrechtmatig had gehandeld door beplanting op het perceel van Soles te verwijderen. De procedure begon met een descente op 30 november 2022, waarbij de kantonrechter samen met beide partijen de situatie ter plaatse heeft bekeken. De gedaagde had eerder erkend dat hij meer beplanting had verwijderd dan waarvoor toestemming was verleend. Soles vorderde een verklaring voor recht dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld en eiste een schadevergoeding van € 18.697,72, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor de schade, maar dat de hoogte van de gevorderde schadevergoeding ter discussie stond. Na beoordeling van de ingediende offertes en de situatie ter plaatse, werd de schade begroot op € 2.976,50 inclusief btw. De kantonrechter wees de vordering van Soles toe, met inachtneming van de wettelijke rente vanaf 12 januari 2022. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die op € 2.173,71 werden vastgesteld. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 9950279 \ CV EXPL 22-2347
Vonnis van 18 januari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap SOLES HOLDING B.V,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Soles,
gemachtigde: ARAG SE Rechtsbijstand,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 13 juli 2022 en de daarin vermelde processtukken;
  • de akte van de zijde van Soles;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van
13 oktober 2022;
- het op 30 november 2022 gehouden descente waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
  • Op 4 oktober 2021 is [gedaagde] eigenaar geworden van het pand gelegen aan de [adres 1] te Tilburg. Soles is eigenaar van het naastgelegen pand aan de [adres 2] te Tilburg.
  • [gedaagde] heeft op 12 januari 2022 met toestemming van Soles een boom die staat op het perceel van Soles, verwijderd. Naast de boom is ook het groen langs de erfscheiding tot aan het gazon door [gedaagde] volledig verwijderd.
  • [gedaagde] heeft per e-mailbericht van 18 januari 2022 erkend dat er meer is weg gehaald dan waarvoor toestemming is verleend.
  • Vervolgens hebben partijen in onderling overleg gecorrespondeerd, waarna Soles haar incassogemachtigde heeft ingeschakeld.

3.Het geschil

3.1.
Soles vordert, uitvoerbaar bij voorraad
  • verklaring voor recht dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld en dat Soles voor het herstellen van de oude situatie geen rekening hoeft te houden met de wettelijke afstand van artikel 5:43 van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW);
  • veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 18.697,72 althans een in redelijkheid vast te stellen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 januari 2022, althans vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • veroordeling tot betaling van € 1.163,99 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2022, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • veroordeling tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.

4.De beoordeling

4.1.
Soles heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] door de beplanting te verwijderen onrechtmatig heeft gehandeld en dat hij op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is voor de door hem veroorzaakte schade.
4.2.
[gedaagde] heeft erkend dat meer beplanting is weggehaald dan aanvankelijk afgesproken en hij is bereid om een vergoeding voor herstel van de situatie te betalen. Het gevorderde bedrag acht hij echter buitenproportioneel hoog.
4.3.
Nu [gedaagde] zijn aansprakelijkheid voor de schade heeft erkend, zal de vordering tot verklaring recht dat [gedaagde] onrechtmatig jegens Soles heeft gehandeld, worden toegewezen. Partijen verschillen echter van mening over de hoogte van de door hem te betalen schadevergoeding.
4.4.
Soles heeft bij dagvaarding als productie 13 een offerte van [hoveniersbedrijf] in het geding gebracht, waarbij het herstel van de situatie is begroot op een bedrag van
€ 18.697,72 inclusief btw. [gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord onder verwijzing naar een offerte van Prachttuinen (productie 11) gesteld dat de kosten voor herstel hooguit
€ 4.556,56 inclusief btw bedragen.
4.5
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter in overleg met partijen besloten om ter plaatse in aanwezigheid van beide hoveniers de situatie op te nemen, waarbij partijen het erover eens waren dat de oude situatie zoveel mogelijk moet worden hersteld. De kantonrechter zal dan ook de gevorderde verklaring voor recht dat Soles voor het herstellen van de oude situatie geen rekening hoeft te houden met de wettelijke afstand van artikel 5:43 BW, toewijzen.
4.6
Tijdens de descente van 30 november 2022 is met partijen besproken welke beplanting moet worden aangelegd om tot herstel van de situatie te komen. Verder zijn Soles en
[gedaagde] het erover eens geworden dat de kantonrechter de schade zal bepalen aan de hand van de opgegeven en ter plaatse besproken (kosten)posten.
4.7.
Partijen hebben ter gelegenheid van de gehouden descente over de volgende kostenposten overeenstemming bereikt, de bedragen zijn telkens exclusief btw:
kosten werkvoorbereiding (klikmelding, gebruik van rijplaten, graven, egaliseren en bemesten van de grond): in totaal € 275,00.
Levering en beplanting van 3 laurierachtige planten: in totaal € 300,00.
Levering en beplanting van 3 Rododendrons: in totaal € 240,00.
Levering en beplanting van 3 bosvarens: in totaal € 5,00.
Levering en beplanting van 200 stuks Hedera: in totaal € 200,00.
4.8.
Soles heeft aangevoerd dat ook een Acacia van haar perceel ten onrechte is verwijderd.
[gedaagde] heeft erkend dat een soortgelijke boom is verwijderd, maar stelt dat deze op zijn eigen grond heeft gestaan. De kantonrechter overweegt dat Soles ter plaatse niet met eventuele resten in de grond heeft aangetoond dat er een Acacia stond. Bovendien wijst de naar het perceel van Soles weggedrukte penant in de grond erop dat de betreffende Acacia bij [gedaagde] in de tuin heeft gestaan. Gelet op het vorenstaande is het verweer van de zijde van [gedaagde] onvoldoende weerlegd en zal bij de schadebegroting geen rekening worden gehouden met de Acacia.
4.9.
Niet in geschil is dat een hekwerk is verwijderd en dat daarmee kosten zijn gemoeid voor het herstel. Partijen verschillen van mening over de vraag of er kosten in rekening moeten worden gebracht voor het verwijderen van het muurtje grenzend aan het hekwerk. Partijen hebben de kosten voor herstel van het hekwerk begroot op circa € 1.100,00, zodat de kantonrechter daarvan uitgaat. In artikel 6:100 BW is bepaald dat als een gebeurtenis voor de benadeelde naast schade ook voordeel oplevert, dit voordeel, voor zover dat redelijk is, bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening moet worden gebracht. Dit komt erop neer dat als er voordeel is voor de benadeelde, dit voordeel van de te vergoeden schade moet worden afgetrokken. Vast is komen te staan dat het oorspronkelijke hekwerk oud en kapot was, zodat de kantonrechter er in redelijkheid wegens nieuw voor oud van het overeengekomen bedrag 60 % aftrekt, zodat in de schadeberekening rekening wordt gehouden met een schadepost van € 440,00. Daarbij is tevens rekening gehouden met enige waarde in verband met het verwijderen van het muurtje grenzend aan het hekwerk.
4.10.
Ten slotte is door de hovenier van Soles een bedrag van € 2.000,00 gerekend voor het verrichten van nazorgwerkzaamheden gedurende twee jaar na de aanplant. [gedaagde] heeft deze kosten betwist. De kantonrechter zal de termijn voor nazorg in redelijkheid bepalen op één jaar, nu enige kosten van extra tuinonderhoud mogen worden gevergd. Na die periode mag van Soles verwacht worden dat zij zelf de verzorging van de aanplant voor haar rekening neemt. De kantonrechter begroot de kosten voor nazorg op de helft van
€ 2.000,00, zijnde € 1.000,00.
4.11.
Op grond van voorgaande opsomming heeft de kantonrechter de te vergoeden schade begroot op een bedrag van in totaal € 2.350,00 exclusief btw, ofwel € 2.976,50 inclusief btw. De vordering van Soles zal dan ook tot voormeld bedrag worden toegewezen.
4.12.
De gevorderde wettelijke rente zal als niet weersproken worden toegewezen.
4.13.
Soles vordert een bedrag dat is gebaseerd op het bepaalde in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu niet gebleken is dat in de aanmaning aan de gedaagde partij een betalingstermijn van 14 dagen is gegeven ingaande de dag na ontvangst daarvan, zoals vereist door artikel 6:96 lid 6 BW. In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
4.14.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Soles als volgt vastgesteld, waarbij het gemachtigdensalaris op basis van het toe te wijzen bedrag wordt berekend, omdat slechts een gedeelte van de gevorderde hoofdsom wordt toegewezen.
- kosten van de dagvaarding
135,71
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
654,00
(3,00 punten × € 218,00)
Totaal
2.173,71
4.15.
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen, voor zover nakosten gemaakt zullen worden en [gedaagde] niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van Soles aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. Daarbij overweegt de kantonrechter dat [gedaagde] , indien deze door de aanschrijving van Soles pas kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van het vonnis, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de veroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien. De nakosten zullen worden begroot conform landelijk beleid tot een half salarispunt (met een maximum van € 124,00), zijnde een bedrag van € 62,00. Dit bedrag wordt vermeerderd met de betekeningkosten van het vonnis indien het vonnis na de hiervoor genoemde termijn is betekend. De wettelijke rente over het bedrag van € 62,00 zal vanaf de vijftiende dag na aanschrijving door eisende partij worden toegewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter
verklaart voor recht dat [gedaagde] onrechtmatig jegens Soles heeft gehandeld;
verklaart voor recht dat Soles voor het herstellen van de oude situatie geen rekening hoeft te houden met de wettelijke afstand van artikel 5:43 BW;
veroordeelt [gedaagde] om aan Soles te betalen een bedrag van € 2.976,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 12 januari 2022 tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Soles tot dit vonnis vastgesteld op € 2.173,71,
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving door Soles volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving en te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2023.