Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Op 4 augustus 2021 zijn aangever [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) op het strand te Scharendijke, nabij [beachclub] , zodoende de openbare weg. Op enig moment is [slachtoffer 2] naar [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) gelopen, die op dat moment op de trap bij de reddingsbrigade zat. [slachtoffer 2] heeft [medeverdachte 1] aangesproken en heeft zijn arm om de nek van [medeverdachte 1] geslagen. [medeverdachte 1] heeft dit kennelijk ervaren als vastpakken en een klap geven op het achterhoofd, waarna hij hierop heeft gereageerd en er een gevecht is gestart tussen hen beiden. Andere jongens, met wie [medeverdachte 1] ter plaatse was (medeverdachten), zijn hierop aangeslagen en hebben zich gemengd in het gevecht. [slachtoffer 1] is gebeld dat hij naar het gebouw van [beachclub] moest komen. Daar aangekomen trof hij het gevecht aan. Hij heeft [slachtoffer 2] willen helpen, is zich met het gevecht gaan bemoeien en is op de grond terecht gekomen. Op de videobeelden, zoals tijdens de mondelinge behandeling ter zitting getoond en omschreven door de verbalisant op 12 augustus 2021, is waargenomen dat [slachtoffer 2] door meerdere jongens op het strand in elkaar wordt geslagen en dat [slachtoffer 1] [medeverdachte 2] naar achteren trekt, zij samen op de grond belanden en [medeverdachte 2] [slachtoffer 1] slaat. Op andere tijdens de zitting getoonde videobeelden (waarvan de waarnemingen zijn vastgelegd in het proces-verbaal van 11 augustus 2021) is waargenomen dat [medeverdachte 1] een fles op de rug van [slachtoffer 2] kapot slaat en dat [medeverdachte 3] een jongen schopt. [slachtoffer 2] herkent verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] als zijnde betrokken bij de vechtpartij. Ook verdachte herkent tijdens de zitting zichzelf op de beelden, hij bevestigt dat hij [slachtoffer 1] heeft geslagen. [slachtoffer 2] heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] te helpen en toen is [slachtoffer 2] door [medeverdachte 1] met een glazen wijnfles op zijn rug geslagen. Het is zodoende een situatie geworden waarbij meerdere jongens, waaronder verdachte, geweld hebben uitgeoefend op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Gelet op deze omstandigheden en feiten kan worden vastgesteld dat er sprake is geweest van geweld tegen personen in het openbaar.
[slachtoffer 1]en [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit het meermalen schoppen/
trappenen slaan/stompen tegen de hoofden/gezichten en/of de lichamen van die
[slachtoffer 1]en [slachtoffer 2] en het kapotslaan van een fles op de rug van die [slachtoffer 2] .
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een werkstraf van 30 uren;
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
15 dagen;