Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Feiten
Verzekerde uitkering A
€ 21.700,-- per jaar, verschuldigd indien en zolang beide verzekerden in leven zijn, tot de dag van overlijden van de eerststervende verzekerde, echter uiterlijk tot 10-01-2025, betaalbaar maandelijks bij achterafbetaling, voor de eerste maal op 10-02-2020.
Verzekerde uitkering B
€ 21.700,-- per jaar, verschuldigd indien en zolang alleen de verzekerde I in leven is, tot de rentevervaldag onmiddellijk voorafgaand aan de dag van overlijden van de verzekerde I, echter uiterlijk tot 10-01-2025, betaalbaar maandelijks bij achterafbetaling, vanaf de rentevervaldag onmiddellijk voorafgaand aan de dag van overlijden van de verzekerde II.
Verzekerde uitkering C
Beoordeling door de rechtbank
Kamerstukken II2008-2009, 31 704, nr. 3, p. 25: