Op 21 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging en poging tot doodslag. De zaak vond zijn oorsprong in een confrontatie op 27 juli 2017 in Roosendaal, waarbij de verdachte betrokken was bij een gewelddadig conflict tussen twee groepen. De officier van justitie vorderde vrijspraak van de poging tot doodslag wegens gebrek aan bewijs en stelde dat de verdachte zich had verdedigd tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding, wat leidde tot een beroep op noodweer.
Tijdens de zitting op 7 april 2023 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn raadsman en de officier van justitie waren wel aanwezig om hun standpunten te presenteren. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen wie de verwondingen aan de benadeelde had toegebracht, wat leidde tot vrijspraak van de poging tot doodslag. Wat betreft de openlijke geweldpleging, oordeelde de rechtbank dat er wel bewijs was voor de gewelddadigheden, maar dat de verdachte zich in een noodweersituatie bevond. De rechtbank honoreerde het beroep op noodweer en sprak de verdachte vrij van alle rechtsvervolging.
De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank besloot ook dat de in beslag genomen goederen aan de verdachte moesten worden teruggegeven. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig.