Uitspraak
1.Het verdere procesverloop
2.De nadere beoordeling
- Welke definitieve hoofdverblijfplaats komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarige?
- Welke vorm van contact met de niet verzorgende ouder komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarige?
- Zijn er contra-indicaties voor het contact? In hoeverre zijn deze contra-indicaties op te heffen: hoe, onder welke voorwaarden en op welke termijn?
- Welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarige?
- Hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie vormgegeven te worden.
voorlopige, contactregelinggekomen:
- De vrouw stuurt de man op woensdag een sms-bericht om te bevestigen dat zij [minderjarige] heeft opgehaald van school.
- De vrouw laat [minderjarige] op donderdag naar school gaan.
- De ouders sturen elkaar uiterlijk drie uur voor de overdracht per mail een kort verslag over hoe het met [minderjarige] is gegaan. Deze mail wordt tevens in kopie naar de jeugdzorgwerker verzonden.
- Voorafgaand aan de doordeweekse contactregeling overhandigt de vrouw het paspoort van [minderjarige] aan de jeugdzorgwerker, die het paspoort opbergt in een kluisje op het kantoor van de GI. Na het contact haalt de vrouw het paspoort weer op. Bij de weekendregeling overhandigt de vrouw het paspoort op zaterdag aan de man, die het op zondag weer teruggeeft aan de vrouw.
9 januari 2024 PRO FORMA. Zij verzoekt de GI en (de advocaten van) partijen twee weken voor deze datum schriftelijk verslag uit te brengen over het verloop van de voorlopige contactregeling en de stand van zaken. Voorts dienen (de advocaten van) partijen aan te geven of de verzoeken wordt gehandhaafd. Indien de verzoeken worden gehandhaafd, zal door de rechtbank een mondelinge behandeling worden gepland.
3.De beslissing
voorlopigcontact hebben zoals beschreven onder rechtsoverweging 2.10;
9 januari 2024 PRO FORMA;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.