ECLI:NL:RBZWB:2023:2648

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
02-013525-22 + 02-064478-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van beschadiging van een brievenbus en mishandeling van vader en schoonbroer met verminderd toerekeningsvatbare verdachte

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 april 2023 uitspraak gedaan in de zaken met parketnummers 02-013525-22 en 02-064478-22. De verdachte, geboren in 2000, heeft zich schuldig gemaakt aan het beschadigen van een brievenbus en het mishandelen van zijn schoonbroer en vader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is vanwege een psychische stoornis. De verdachte heeft de feiten volledig bekend en de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen straf wordt opgelegd, maar dat er wel een terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden uitgesproken in samenhang met een andere strafzaak. De rechtbank heeft de zaken eerder gevoegd behandeld, maar besloot tot splitsing van de zaken, waarbij de huidige zaken samenbleven. De rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op de bekennende verklaringen van de verdachte en de aangiftes van de slachtoffers. De rechtbank heeft geen redenen gevonden om de verdachte niet strafbaar te achten, maar heeft wel rekening gehouden met zijn psychische toestand en de wens van de familie om hem te helpen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de rechters de zaak hebben behandeld en de griffier aanwezig was.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummers: 02-013525-22 + 02-064478-22
vonnis van de meervoudige kamer van 20 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats]
thans verblijvende in [verblijfplaats]
raadsman mr. B.J.P. van Gils, advocaat te Tilburg

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 8 december 2022, 18 januari 2023 en 6 april 2023, waarbij de officier van justitie, mr. L. den Braber, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
De rechtbank heeft op een eerdere zitting de zaken met parketnummers 02-013525-22, 02-064478-22 en 02-136208-22 gevoegd. Thans is de rechtbank gebleken dat voeging van de zaken niet in het belang van het onderzoek is en beveelt daarom splitsing van de gevoegde zaken. De zaken met parketnummers 02-013525-22 en 02-064478-22 blijven gevoegd en de zaak met parketnummer 02-136208-22 wordt afgesplitst. In laatstgenoemde zaak wordt apart vonnis gewezen.

2.De tenlastelegging

De tenlasteleggingen zijn als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
- een brievenbus heeft vernield of beschadigd (parketnummer 02-013525-22);
- zijn schoonbroer heeft mishandeld (feit 1 van parketnummer 02-064478-22);
- zijn vader heeft mishandeld (feit 2 van parketnummer 02-064478-22).

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte alle tenlastegelegde feiten heeft begaan. Ten aanzien van parketnummer 02-013525-22 is zij van mening dat sprake is van een vernieling. Zij baseert zich onder andere op de aangifte en op de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van parketnummer 02-064478-22 baseert de officier van justitie zich op de aangiftes van de slachtoffers, op de foto’s van hun letsel en op de bekennende verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de onder genoemde parketnummers tenlastegelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Aangezien verdachte ten aanzien van de tenlastegelegde feiten een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank feiten wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
ten aanzien van parketnummer 02-013525-22:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 8 december 2022;
- het proces-verbaal van aangifte namens Pathé (pagina 3 van het eind proces-verbaal met nummer PL2000-2022015089);
ten aanzien van parketnummer 02-064478-22:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 8 december 2022:
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] (pagina 5 e.v. van het eind proces-verbaal met nummer PL2000-2022066628);
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] (pagina 3 e.v. van het eind proces-verbaal met nummer PL2000-2022066628).
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Parketnummer 02-013525-22:
op 17 januari 2022 te Tilburg opzettelijk en wederrechtelijk een brievenbus die
aan Pathé toebehoorde heeft beschadigd.
Parketnummer 02-064478-22:
1
op 15 maart 2022 te Tilburg [slachtoffer 1] heeft mishandeld door deze meermalen tegen diens hoofd te slaan en eenmaal in diens bovenarm te bijten;
2
op 15 maart 2022 te Tilburg zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door deze in diens bovenarm te bijten.
Tengevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging, is onder feit 1 van parketnummer 02-064478-22 na “te stoten en/of” en vóór “(met kracht)” weggevallen het woord “eenmaal”. De rechtbank herstelt deze omissie en leest voormelde zinsnede zoals hiervoor is vermeld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Door de officier van justitie is gevorderd verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te achten en hem te ontslaan van alle rechtsvervolging.
De rechtbank is van oordeel dat de rapporten in dit strafdossier, en dan met name het rapport van [psychiater] van 11 januari 2023, onvoldoende houvast bieden om te komen tot het oordeel dat verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de strafbare feiten. Wel is er voldoende aanleiding om te komen tot de vaststelling dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was. De rechtbank zal dit bij de strafoplegging meewegen.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een terbeschikkingstelling (hierna tbs) met voorwaarden, zoals geformuleerd door de reclassering.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging kan zich vinden in een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat zowel de officier van justitie als de verdediging bij het formuleren van het standpunt omtrent de strafoplegging, zijn uitgegaan van een bewezenverklaring van óók de onder parketnummer 02-136208-22 tenlastegelegde brandstichting. De rechtbank heeft de zaken echter na het requisitoir en het pleidooi gesplitst.
Voor de thans aan de orde zijnde feiten houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank houdt verder rekening met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft een brievenbus beschadigd en hij heeft zijn schoonbroer en vader mishandeld. Door aldus te handelen heeft verdachte enerzijds gezorgd voor gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers. Anderzijds blijkt uit de stukken en het verhandelde ter zitting dat de familie zich zorgen maakt om het welzijn van verdachte. Hij heeft te kampen met een psychische stoornis en de familie wenst vooral dat hij daarin geholpen wordt. Verdachte heeft ook berouw getoond voor hetgeen hij heeft gedaan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het rapport van [psychiater] van 11 januari 2023. Uit dat rapport blijkt van een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis en een lichte stoornis in cannabisgebruik. De gedesorganiseerde psychose en negatieve symptomen stonden echter tijdens de tenlastegelegde feiten minder op de voorgrond. De psychiater is van mening dat in de maanden voor de tenlastegelegde feiten, verdachtes lijdensdruk toenam. Uiteindelijk leidde dit tot beschadiging van de brievenbus en enkele maanden later uitte verdachte zijn frustratie door zijn schoonbroer en vader te mishandelen. De psychiater adviseert om verdachte deze tenlastegelegde feiten verminderd toe te rekenen. De rechtbank zal dat advies volgen.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het rapport van de reclassering van 27 maart 2023. In dat rapport wordt duidelijk gemaakt dat verdachte op 21 februari 2023 is opgenomen bij de [verblijfplaats] . Daar heeft verdachte een meewerkende houding laten zien. Hij heeft aangegeven psychisch stabiel te willen worden en een mooie toekomst tegemoet te willen gaan.
Ter zitting is verder gebleken dat verdachte de positieve lijn vooralsnog heeft vastgehouden.
Gelet op het vorenstaande en gelet op de samenhang met de strafzaak onder parketnummer 02-136208-22, waarin de rechtbank eveneens vandaag tot het opleggen van een tbs met voorwaarden komt, zal de rechtbank in de onderhavige strafzaak verdachte schuldig verklaren zonder oplegging van een straf.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 57, 300, 304 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 02-013525-22:
Beschadiging;
Parketnummer 02-064478-22:
feit 1:Mishandeling;
feit 2:Mishandeling, begaan tegen zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- bepaalt dat
geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Kooijman, voorzitter, mr. T.M. Brouwer en mr. D.L.J. Martens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Tafazzul, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 april 2023.
Mr. T.M. Brouwer en mr. D.L.J. Martens zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.