Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
geldbedrag- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
geldbedrag.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een taakstraf van 180 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
90 dagen;
een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
[slachtoffer]van
, € 32.408,94te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 oktober 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
197 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;