ECLI:NL:RBZWB:2023:258

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
18 januari 2023
Zaaknummer
9719693
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde stroom- en gasleveringen met betrekking tot overeenkomst tussen Oxxio Nederland B.V. en gedaagde

In deze civiele zaak heeft Oxxio Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde voor onbetaalde stroom- en gasleveringen. De overeenkomst tussen partijen liep van 31 januari 2014 tot 17 juni 2021. Oxxio heeft de gedaagde een jaarnota en een eindnota gestuurd, maar de gedaagde heeft deze nota's onbetaald gelaten. Oxxio vordert een totaalbedrag van € 2.728,86, bestaande uit hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd, stellende dat Oxxio geen specificaties heeft verstrekt en dat zij niet op de zitting aanwezig was, ondanks een behoorlijke oproeping.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet inhoudelijk heeft verweer gevoerd tegen de vordering van Oxxio. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in verzuim verkeerde, omdat zij de jaar- en eindnota's had ontvangen en deze voldoende gespecificeerd waren. De vordering van Oxxio is toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.030,22. Het vonnis is uitgesproken op 4 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 9719693 \ CV EXPL 22-642
vonnis d.d. 4 januari 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Oxxio Nederland B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,
eiseres,
verder te noemen: Oxxio,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders.
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
verder te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit het tussenvonnis van 22 juni 2022 en de daarin genoemde processtukken.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 december 2022. De heer [naam] , ter zitting aanwezig namens Syncasso Gerechtsdeurwaarders, heeft een betalingenspecificatie van twee pagina’s overgelegd. [gedaagde] was, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen en zonder enige kennisgeving aan de rechtbank, niet ter zitting aanwezig. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat is besproken.
1.3
Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
Tussen partijen heeft een overeenkomst bestaan, op basis waarvan Oxxio vanaf 31 januari 2014 tot 17 juni 2021 stroom en gas heeft geleverd op het woonadres van [gedaagde] aan de [woonadres] .
2.2
Oxxio heeft voor het verbruik van stroom en gas in de periode van 20 februari 2020 tot 20 februari 2021 een jaarnota gedateerd 2 maart 2021 ter hoogte van € 496,50 verstuurd. Daarbij zijn de reeds bij [gedaagde]
in rekening gebrachtemaandelijkse voorschotten – zoals vermeld op de jaarnota – in mindering gebracht op de totale kosten over de verbruiksperiode, waarna een bij te betalen bedrag resteerde van € 200,50 (te vermeerderen met het nieuwe termijnbedrag met ingang van 1 maart 2021 ad € 296,00 per maand).
2.3
Oxxio heeft voor het gebruik van stroom en gas in de periode van 20 februari 2021 tot 17 juni 2021 een eindnota gedateerd 25 juni 2021 ter hoogte van € 298,48 verstuurd. Ook daarvoor geldt dat daarbij de reeds bij [gedaagde]
in rekening gebrachtemaandelijkse voorschotten – zoals vermeld op de jaarnota – in mindering zijn gebracht op de totale kosten over de verbruiksperiode

3.Het geschil

3.1
Oxxio vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen om aan Oxxio tegen behoorlijke kwijting te voldoen € 2.728,86 (bestaande uit € 2.336,58 aan hoofdsom, € 41,79 aan wettelijke rente vanaf 30 dagen na factuurdatum tot de dag van dagvaarding (15 februari 2022) en € 350,49 aan buitengerechtelijke incassokosten), vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.336,58 vanaf 15 februari 2022 tot de dag van algehele voldoening en [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2
Oxxio legt – kort gezegd – aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] ten onrechte een zestal voorschotnota’s (deels) niet heeft voldaan, alsmede de jaar- en de eindnota onbetaald heeft gelaten.
3.3
[gedaagde] voert verweer. Zij stelt door Oxxio lichtvaardig te zijn betrokken in een procedure. [gedaagde] heeft meermaals verzocht om informatie te verschaffen teneinde te bezien of een minnelijke oplossing mogelijk was. Oxxio is nalatig geweest door deze informatie niet te verstrekken, waardoor Oxxio nu ook geen recht heeft op wettelijke rente en vergoeding van de incassokosten.
3.4
De standpunten van partijen komen hierna – voor zover relevant – nader aan de orde.

4.De beoordeling

4.1
De kantonrechter stelt voorop dat hij uit het niet verschijnen van [gedaagde] op de mondelinge behandeling de gevolgtrekking kan maken die hij geraden acht (artikel 88 lid 2 Rv).
4.2
Oxxio heeft onweersproken gesteld dat [gedaagde] een bedrag van € 2.336,58 onbetaald heeft gelaten. Aangezien [gedaagde] tegen het bestaan en/of de omvang van de vordering geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd, ligt de vordering tot zover voor toewijzing gereed.
4.3
Het verweer van [gedaagde] dat zij ondanks herhaaldelijk verzoek daartoe geen specificaties kreeg van Oxxio, kan haar niet baten. [gedaagde] heeft niet betwist dat zij de jaar- en eindnota heeft ontvangen, terwijl daarin voldoende gespecificeerd is hoeveel stroom en gas zij heeft verbruikt en welke kosten daaraan zijn verbonden. Niet valt in te zien welke nadere informatie Oxxio nog aan [gedaagde] zou hebben moeten verschaffen. [gedaagde] verkeerde derhalve in verzuim vanaf de vervaldata van de betreffende facturen.
4.4
Daarnaast vordert Oxxio de wettelijke rente over de hoofdsom, namelijk € 41,79 vanaf 30 dagen na factuurdatum tot 15 februari 2022 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2022 tot de dag van algehele voldoening. Aangezien [gedaagde] hier – behalve hetgeen onder 4.3 reeds is overwogen – geen afzonderlijk verweer tegen heeft gevoerd, zal dit deel van de vordering eveneens worden toegewezen.
4.5
Ten slotte vordert Oxxio een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. [gedaagde] betwist de brief van 2 december 2021 te hebben ontvangen. Daartegenover heeft Oxxio gesteld dat zij deze brief op 2 december 2021 heeft aangeboden aan PostNL en dat de brief is verstuurd naar het adres van [gedaagde] (zijnde hetzelfde adres waar ook de stroom en het gas aan geleverd zijn) en dat zij die niet als onbestelbaar retour heeft ontvangen.. In dat licht is een enkele ontkenning onvoldoende en had het op de weg van [gedaagde] gelegen haar betwisting nader te onderbouwen. Aangezien de inhoud van deze brief voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW en het gevorderde bedrag van € 350,49 overeenkomt met het in het Besluit bepaalde tarief, is ook dit deel van de vordering toewijsbaar.
4.6
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Oxxio begroot op € 1.030,22, bestaande uit:
  • explootkosten € 107,22,
  • griffierecht € 487,00,
  • salaris gemachtigde € 436,00 (2 punten x € 218,00).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijke kwijting aan Oxxio te betalen € 2.728,86, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.336,58 vanaf 15 februari 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.2
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Oxxio tot op heden begroot op € 1.030,22;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.