ECLI:NL:RBZWB:2023:2555
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 14 april 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft een verzoek ingediend op 17 september 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag uit twee delen bestaat: een aanvraag voor de Catshuisregeling en een aanvraag voor integrale beoordeling. De rechtbank oordeelt dat verweerder op 29 juli 2022 al had beslist op de aanvraag voor de Catshuisregeling, waardoor het beroep in dat opzicht niet-ontvankelijk is. Echter, voor de aanvraag voor integrale beoordeling is de beslistermijn overschreden. Eiseres heeft verweerder op 13 januari 2023 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen acht weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt verweerder verplicht een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt haar griffierecht van € 50,- vergoed en ook een proceskostenvergoeding van € 418,50. De rechtbank benadrukt dat de zaak als licht wordt aangemerkt, wat invloed heeft op de proceskostenvergoeding.