ECLI:NL:RBZWB:2023:2533
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Huurovereenkomst bedrijfsruimte en betalingsafspraken huurachterstand
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte aan de orde. De eiser, vertegenwoordigd door mr. V.H.L. Weling, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die werd bijgestaan door Facily LAW juristen. Tijdens de zitting op 28 maart 2023 hebben partijen overeenstemming bereikt over de huurachterstand, die tot en met maart 2023 € 29.228,64 bedraagt. De gedaagde heeft zich verplicht om dit bedrag in twee termijnen te betalen: € 20.000,- uiterlijk op 1 mei 2023 en € 9.228,64 uiterlijk op 1 augustus 2023. Tevens is afgesproken dat de gedaagde de lopende huur telkens bij vooruitbetaling voor de eerste van de maand zal voldoen.
De kantonrechter heeft de gewijzigde vordering van de eiser, die de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming voorwaardelijk heeft verzocht, toegewezen. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in gebreke kan blijven met de betaling van de huur, wat kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. In het vonnis is bepaald dat de gedaagde de bedrijfsruimte binnen veertien dagen na betekening van het vonnis moet ontruimen, indien hij niet aan de betalingsverplichtingen voldoet. Het vonnis is uitgesproken op 12 april 2023 en is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de veroordelingen onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd, ongeacht een eventuele hoger beroep.