ECLI:NL:RBZWB:2023:241
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een last onder bestuursdwang tot sluiting van een woning op basis van de Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 januari 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker behandeld. De verzoeker, die huurder is van een woning in [woonplaats verzoeker], heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Roosendaal, dat zijn woning voor de duur van twee maanden gesloten zou worden op basis van de Opiumwet. Dit besluit volgde na de ontdekking van een aanzienlijke hoeveelheid softdrugs in de woning, alsook attributen die wijzen op drugshandel. De burgemeester stelde dat de sluiting noodzakelijk was ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de omgeving en om de openbare orde te herstellen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorziening. De burgemeester had de bevoegdheid om de woning te sluiten, gezien de grote hoeveelheid drugs die in de woning was aangetroffen en de omstandigheden van de wijk waarin de woning zich bevindt. De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken en dat de sluiting van de woning niet onevenredig is. De verzoeker heeft niet aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, wat betekent dat de sluiting van de woning voor twee maanden gehandhaafd blijft.