ECLI:NL:RBZWB:2023:2353
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 5 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser, een inwoner van [woonplaats], en de minister voor Natuur en Stikstof. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden van de minister, dat op 25 november 2022 is genomen. De rechtbank Gelderland heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant gevraagd de zaak te behandelen, wat is ingewilligd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient het griffierecht binnen een door de griffier gestelde termijn te worden voldaan. Eiser is herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar heeft dit nagelaten. De griffier heeft op 18 februari 2023 een aangetekende brief verzonden om eiser te herinneren aan de betaling, maar deze is niet afgehaald. Een tweede poging om de nota te verzenden is op 15 maart 2023 gedaan, maar ook hier heeft eiser niet binnen de gestelde termijn betaald.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen verontschuldiging voor het verzuim is en heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.