ECLI:NL:RBZWB:2023:2351

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
AWB- 23_528
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden

Op 5 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, woonachtig in [woonplaats], en de minister voor Natuur en Stikstof als verweerder. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden van de minister, dat op 25 november 2022 is genomen. De formeel bevoegde rechtbank Gelderland heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant gevraagd de zaak te behandelen, wat deze rechtbank heeft geaccepteerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op het feit dat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 365,- niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die beroep instelt het griffierecht te betalen binnen een door de griffier gestelde termijn. De griffier heeft eiseres op 18 februari 2023 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, met een termijn van vier weken. De brief is op 21 februari 2023 bezorgd, maar eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.

Aangezien er geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht is gebleken, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/528

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 april 2023 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

en

De minister voor Natuur en Stikstof, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden van verweerder van 25 november 2022.
De formeel bevoegde rechtbank Gelderland heeft deze rechtbank gevraagd de zaak te behandelen omdat hier het beroep is ingesteld en deze rechtbank heeft hiermee ingestemd.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 365,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 18 februari 2023 eiseres nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief bezorgd op 21 februari 2023.
Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald en heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, op 5 april 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.