Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980 ,
wonende te [woonadres] ,
woonplaats kiezende ten kantore van mr. N.R. Coffi te (3823 ZK) Amersfoort, Stille Steeg Oost 45.
Verzoeker is [verzoeker] voornoemd.
1.De procedure
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 633,00, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 129,38, voor vergoeding van ;
- te vermeerderen met de kosten met betrekking tot het opstellen en indienen van het verzoekschrift ad € 340,00 dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- het vonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 19 april 2022 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie.
2.De beoordeling
€ 633,00is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 129,38verzocht voor inkomstenderving. De advocaat heeft daartoe voorafgaand aan de behandeling van het verzoekschrift in raadkamer stukken toegestuurd. Gelet op de inhoud daarvan en de nadere toelichting van de advocaat in raadkamer acht de rechtbank het verzoek voldoende onderbouwd en zal de rechtbank dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 1.442,38zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van [verzoeker] , onder vermelding van “
OM vergoeding”.