ECLI:NL:RBZWB:2023:2291

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
22-028279
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van een personenauto

Op 4 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van een klaagschrift dat was ingediend door klager, geboren op [geboortedag] 2003, in verband met de inbeslagname van een Renault Clio. Het klaagschrift was ingediend op 12 december 2022, na de inbeslagname van de auto op 9 december 2022 in het kader van een strafvorderlijk onderzoek. De politierechter had eerder op 8 maart 2023 een vonnis gewezen in de strafzaak met het parketnummer 02-319317-22, waartegen klager hoger beroep had ingesteld. De rechtbank heeft besloten het klaagschrift door te verwijzen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, aangezien de zaak daar wordt vervolgd. De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat het klaagschrift zo spoedig mogelijk na de inbeslagneming moet worden ingediend bij het gerecht in feitelijke aanleg, waarvoor de zaak wordt vervolgd. De beslissing is genomen door mr. R.J.H. de Brouwer, rechter, in aanwezigheid van mr. S.H.M.R. Chevalier-Verbunt, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer: 02-319317-22
rk.nummer: 22-028279
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: klager.
Klager heeft in deze zaak woonplaats gekozen ten kantore van mr. D.T. Stoof, advocaat te Breda, op het adres Spinveld 12, 4815 HS Breda.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 9 december 2022 onder klager in het strafvorderlijk onderzoek tegen hem in beslag is genomen: een personenauto, Renault Clio, voorzien van het [kenteken] (hierna: de personenauto);
  • het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 12 december 2022 ter griffie van deze rechtbank;
  • de reactie van de officier van justitie en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Op 8 maart 2023 heeft de politierechter van deze rechtbank vonnis gewezen in de strafzaak met bovengenoemd parketnummer. Tegen dit vonnis is namens klager hoger beroep ingesteld.
Voorafgaand aan de behandeling van onderhavig klaagschrift in raadkamer is namens de rechter aan de officier van justitie en de raadsman schriftelijk bericht dat hij in raadkamer onderhavig klaagschrift zal doorverwijzen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, nu de zaak daar wordt vervolgd. Daarbij is bericht dat om die reden geen inhoudelijke behandeling van het klaagschrift in raadkamer zal plaatsvinden.

2.De beoordeling

De rechtbank overweegt als volgt.
Ingevolge artikel 552a, derde lid van het Wetboek van Strafvordering wordt het klaagschrift zo spoedig mogelijk na de inbeslagneming van de voorwerpen ingediend ter griffie van het gerecht in feitelijke aanleg, waarvoor de zaak wordt vervolgd of het laatst werd vervolgd.
Nu de zaak voor het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch wordt vervolgd, zal de rechtbank zich onbevoegd verklaren van het klaagschrift kennis te nemen en de zaak verwijzen naar het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch in de stand waarin deze zich bevindt.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het klaagschrift en verwijst de zaak naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch in de stand waarin deze zich bevindt.
Deze beslissing is op 4 april 2023 gegeven door mr. R.J.H. de Brouwer, rechter, in tegenwoordigheid van mr. S.H.M.R. Chevalier-Verbunt griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 april 2023.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).