Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: klager.
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 9 december 2022 onder klager in het strafvorderlijk onderzoek tegen hem in beslag is genomen: een personenauto, Renault Clio, voorzien van het [kenteken] (hierna: de personenauto);
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 12 december 2022 ter griffie van deze rechtbank;
- de reactie van de officier van justitie en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).