Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De benadeelde partij
6.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan alle drie de tenlastegelegde feiten;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 april 2023, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van hennepteelt en diefstal van elektriciteit en water. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 23 maart 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M. Jansen, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De verdachte werd beschuldigd van het telen van 1390 hennepplanten en het illegaal afnemen van elektriciteit en water. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij te bevestigen. De verklaringen van getuigen en de bewijsstukken waren niet verifieerbaar en er was geen aanvullend onderzoek gedaan naar de onderhuurder van het pand. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de hennepkwekerij of dat hij betrokken was bij de diefstal van elektriciteit en water. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij, een B.V., werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.