Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 4 april 2023 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen de voortzetting van zijn WIA-uitkering beoordeeld. Eiser had een arbeidsongeschiktheidspercentage van 53,44% dat per 25 september 2020 verlaagd werd naar 53,11% door het UWV. Het UWV had op 30 april 2021 besloten om de uitkering ongewijzigd voort te zetten, maar met een verlaging van het percentage. Eiser ging in bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard op 22 oktober 2021. De rechtbank behandelt het beroep op 23 februari 2023, waarbij eiser en de gemachtigde van het UWV aanwezig zijn. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de mate van arbeidsongeschiktheid heeft vastgesteld op 53,11% per 25 september 2020. De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts b&b zorgvuldig is uitgevoerd en dat de door het UWV geselecteerde functies passend zijn voor eiser. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het UWV de juiste beslissing heeft genomen met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid van eiser.