ECLI:NL:RBZWB:2023:2245

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
C/02/373929 / HA ZA 20-371 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. de Graaf
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van deskundigen in een civiele procedure inzake schadeloosstelling door verzekeraar

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 29 maart 2023 een vonnis uitgesproken in de procedure tussen Zurich Insurance PLC, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, en een gedaagde in conventie. De zaak betreft de benoeming van een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige om de door de verzekeraar te betalen schadeloosstelling te bepalen. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 9 maart 2022 vastgesteld dat er onvoldoende informatie was over de ongevalsgerelateerde beperkingen van de gedaagde en heeft daarom nader onderzoek gelast. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om voorstellen te doen voor deskundigen en vragen te formuleren voor deze deskundigen.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om twee deskundigen te benoemen: een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige. De verzekeringsgeneeskundige moet de beperkingen van de gedaagde vaststellen en de arbeidsdeskundige moet de impact van deze beperkingen op het arbeidsvermogen en de zelfredzaamheid beoordelen. De rechtbank heeft ook de kosten van de deskundigen vastgesteld en bepaald dat Zurich het voorschot op deze kosten moet betalen. De deskundigen zijn verplicht om hun bevindingen binnen een bepaalde termijn te rapporteren, en partijen zijn verplicht om mee te werken aan het onderzoek. De rechtbank heeft benadrukt dat als een partij niet meewerkt, dit nadelige gevolgen kan hebben voor die partij.

De zaak is gecompliceerd door de noodzaak om de impact van zowel ongevalsgerelateerde als niet-ongevalsgerelateerde beperkingen te beoordelen, en de rechtbank heeft de partijen aangespoord om constructief samen te werken in het proces. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden tot na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/373929 / HA ZA 20-371
Vonnis van 29 maart 2023
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
ZURICH INSURANCE PLC,
gevestigd te Dublin, Ierland,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.A.M. Zeeman te Voorburg,
tegen
[gedaagde in conventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.C.M. Nuijten te Bergen op Zoom.
Partijen zullen hierna Zurich en [gedaagde in conventie] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 9 maart 2022
  • de akte uitlaten deskundigenonderzoek van Zurich
  • de akte houdende uitlating deskundigenonderzoek tevens wijziging c.q. vermeerdering van
eis van [gedaagde in conventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie en in reconventie

2.1.
In het vonnis van 9 maart 2022 is overwogen dat de rechtbank zich nog onvoldoende voorgelicht acht omtrent de vraag welke van de bij [gedaagde in conventie] bestaande beperkingen ongevalsgerelateerd zijn. Ook de mate waarin de ongevalsgerelateerde beperkingen van invloed zijn op het arbeidsvermogen en de zelfredzaamheid van [gedaagde in conventie] is vooralsnog niet duidelijk. De rechtbank heeft verder overwogen dat, alvorens tot begroting van de schadeposten over te kunnen gaan waarvoor dit van belang is, er nader onderzoek moet plaats vinden en voornemens te zijn om onderzoek door (een) deskundige(n) te gelasten, waarbij gedacht wordt aan onderzoek door een verzekeringsgeneeskundige, gevolgd door onderzoek door een arbeidsdeskundige. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten omtrent het deskundigenonderzoek en om een, zo mogelijk, eensluidend voorstel te doen met betrekking tot de (persoon van de) te benoemen deskundige(n) en de aan de deskundige(n) te stellen vragen.
2.2.
Het eerder aangekondigde deskundigenbericht zal nu worden bevolen. De rechtbank heeft kennis genomen van het tussen partijen gevoerde debat omtrent de persoon van de te benoemen deskundigen. Aangezien partijen het niet eens zijn geworden omtrent de persoon van de deskundigen zal de rechtbank de onder de beslissing vermelde deskundigen benoemen.
2.3.
Met betrekking tot de aan de deskundigen voor te leggen vragen stelt Zurich dat de verzekeringsgeneeskundige (in de aanbiedingsbrief) moet worden verzocht de beperkingen vast te stellen en niet om de blijvende functionele invaliditeit vast te stellen. Voorts moet volgens Zurich in de aanbiedingsbrief (en de bijlagenlijst) het rapport van de [neuroloog] worden vermeld en moet in de brief in ieder geval worden opgenomen:
“Op 10 juni 2019 en 19 juli 2019 rapporteerde [neuroloog] , dat de klachten van betrokkene passen bij een whiplash associated disorder, maar dat daar geen beperkingen op zijn vakgebied aan kunnen worden gerelateerd. Dit rapport dient als uitgangspunt voor uw beoordeling te worden beschouwd.” Voorts formuleert Zurich een zevental aan de verzekeringsgeneeskundige voor te leggen vragen. Van belang is volgens Zurich dat de verzekeringsgeneeskundige aangeeft op welk vakgebied de beperkingen liggen, zodat zo nodig aanvullend specialistisch onderzoek en behandeling kunnen plaatsvinden. Zurich verwijst naar het advies van haar medisch adviseur van 24 juni 2022 dat zij als productie 35 overlegt. De arbeidsdeskundige zal volgens Zurich in de aanbiedingsbrief moeten worden verzocht om de rapporten van [neuroloog] en de verzekeringsgeneeskundige als uitgangspunt te nemen bij zijn beoordeling. Zurich formuleert een tiental aan de arbeidsdeskundige voor te leggen vragen en verzoekt partijen in de gelegenheid te stellen om na ontvangst van de definitieve verzekeringsgeneeskundige rapportage aanvullende vragen aan de arbeidsgeneeskundige te stellen.
2.4.
[gedaagde in conventie] kan zich verenigen met de door de verzekeringsgeneeskundige te beantwoorden vragen. De rechtbank neemt aan dat zij daarmee bedoelt de vragen zoals die zijn geformuleerd door Zurich in de akte uitlating deskundigenonderzoek. [gedaagde in conventie] kan zich niet vinden in hetgeen waarvan Zurich vindt dat dat in de aanbiedingsbrief aan de verzekeringsgeneeskundige moet worden voorgelegd. Zij is wel van mening dat de rapportage van [neuroloog] van 10 juni 2019 moet worden benoemd. [gedaagde in conventie] kan instemmen met de vragen, met uitzondering van vraag 10, die Zurich aan de arbeidsdeskundige voorgelegd wil zien. De rechtbank neemt ook wat betreft deze vragen aan dat zij daarmee bedoelt de vragen zoals die door Zurich in de akte uitlating deskundigenonderzoek zijn geformuleerd. [gedaagde in conventie] wordt op 24 december 2022 61 jaar en werkt nog steeds parttime. Bovendien is de echtgenoot van [gedaagde in conventie] in het geheel niet hulpbehoevend. [gedaagde in conventie] wil voorts dat in de aanbiedingsbrief aan de arbeidsdeskundige de rapportage van VDS Arbeidsdeskundigen van 19 december 2020 wordt benoemd en de brief van [medisch adviseur] van 18 juni 2022 (productie 74).
2.5.
Aangezien [gedaagde in conventie] geen bezwaar heeft tegen de door Zurich voor wat betreft zowel aan de verzekeringsgeneeskundige als de arbeidsdeskundige voor te leggen vragen zullen deze ter beantwoording worden voorgelegd met uitzondering van vraag 10 die Zürich aan de arbeidsdeskundige voorgelegd zou willen zien. Deze vraag is niet relevant nu [gedaagde in conventie] de leeftijd van 60 jaar is gepasseerd en nog steeds (parttime) werkzaam is. Partijen hebben over en weer nog opmerkingen gemaakt omtrent hetgeen in de aan de deskundigen te verzenden aanbiedingsbrief moet worden vermeld. In het onderhavige geval, waarin de deskundigen door de rechtbank worden benoemd, ontvangen de deskundigen dit vonnis waarbij zij worden benoemd en een afschrift van het gehele procesdossier. Voor de omvang en de inhoud van het onderzoek zijn in beginsel bepalend de vragen die de rechtbank aan de deskundigen ter beantwoording voorlegt en, eventueel, hetgeen de deskundigen op grond van hun bevindingen in het kader van het onderzoek en de te beantwoorden vragen nog van belang achten. Hetgeen partijen hebben opgemerkt over de inhoud van de aanbiedingsbrief, laat de rechtbank daarom buiten beschouwing.
2.6.
Het voorschot op de kosten van de deskundigen dient door Zurich, als degene die voor de ongevalsgevolgen aansprakelijk is, te worden gedeponeerd.
2.7.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundigen. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.8.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundigen doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.9.
Wijziging van eis
2.9.1.
[eiseres in reconventie] heeft wijziging c.q. vermeerdering van eis gevorderd in die zin dat zij in verband met rechtsoverweging 4.12.3 in het vonnis van 9 maart 2022 haar in reconventie ingestelde vorderingen wil wijzigen in die zin dat zij de door haar berekende schadeposten vordert zonder de verrekening toe te passen. Dit houdt in dat zij ter zake van verlies van arbeidsvermogen € 122.141,00 vordert in plaats van € 113.967,19 en ter zake van huishoudelijke hulp een bedrag van € 142.563,00 in plaats van € 138.468,50.
Voorts vordert [eiseres in reconventie] de nadere kosten van haar [medisch adviseur] van € 235,04 ter zake van de factuur van 28 juni 2022.
2.9.2.
De rechtbank overweegt dat uit rechtsoverweging 4.12.3 van het vonnis van 9 maart 2022 al volgt dat [eiseres in reconventie] het totale bedrag per post vordert, zonder enige verrekening. Het door Zurich betaalde bedrag van € 30.500,00 zal onder algemene titel met het aan [eiseres in reconventie] uiteindelijk in totaal ter zake van alle schadeposten gezamenlijk toe te wijzen bedrag worden verrekend. Zurich kan zich ter gelegenheid van de conclusie na deskundigenbericht uitlaten omtrent de vermeerdering van eis ter zake van de factuur van [medisch adviseur] van 28 juni 2022.
2.10.
De rechtbank heeft partijen bij het tussenvonnis van 9 maart 2022 slechts in de gelegenheid gesteld zich uit te laten met betrekking tot de persoon van de deskundige en de aan de deskundige voor te leggen vragen. De rechtbank laat hetgeen partijen overigens hebben aangevoerd derhalve buiten beschouwing.
2.11.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
3.1.
benoemt tot deskundigen:
1) mevrouw [geneeskundige] ,
verzekeringsgeneeskundige,
correspondentieadres: [adres ] ,
bezoekadres: idem,
telefoon: [telefoonnummer ] ,
emailadres: [e-mailadres] ,
2) de heer [deskundige] ,
arbeidsdeskundige,
correspondentieadres: [adres ] ,
bezoekadres: idem,
telefoon: [telefoonnummer ]
emailadres: [e-mailadres] .
3.2.
beveelt een onderzoek door twee deskundigen ter beantwoording van de volgende vragen:
aan de benoemdeverzekeringsgeneeskundige
Beschikt u over voldoende gegevens om tot een gewogen medisch oordeel te kunnen komen? zo nee, welke gegevens heeft u nog nodig?
Wat zijn uw bevindingen bij anamnese en onderzoek?
Wat is uw diagnose? Wat zijn eventueel uw differentiaal diagnostische overwegingen?
Wilt u, uitgaande van de deskundigenrapporten van [neuroloog] en van de door [gedaagde in conventie] geuite ongevalsgerelateerde klachten (pijn in de nek, doortrekkend naar de schouders, het idee hebben dat het hoofd te zwaar is voor de nek en problemen met slikken) aangeven welke beperkingen u aanwezig acht als gevolg van het ongeval? Op welk vakgebied liggen deze beperkingen? Wilt u de beperkingen aangeven in een FML ten behoeve van een arbeidsdeskundig onderzoek? Wilt u deze onderbouwen en toelichten?
Zouden er zonder ongeval ook beperkingen zijn? Zo ja, op welk vakgebied? Wilt u ook deze beperkingen aangeven in een FML? Wilt u deze onderbouwen en toelichten?
Wanneer u van mening bent dat er zonder ongeval ook beperkingen zouden zijn, kunt u dan - uitgaande van een vergelijking met een geheel gezond persoon van dezelfde leeftijdsgroep en hetzelfde geslacht - een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in weke omvang de beperkingen, klachten en afwijkingen verwacht hadden kunnen worden?
Welke beperkingen of (indien van toepassing) de toename daarvan dienen naar uw eigen deskundig oordeel te worden geduid als gevolg van het ongeval en kunt u uw taxatie diengaangaande zo goed mogelijk toelichten en onderbouwen?
Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?
3.3.
aan de benoemdearbeidsdeskundige:
Wilt u de genoten opleidingen en het arbeidsverleden van [gedaagde in conventie] beschrijven?
Betekenen de beperkingen, zoals die door de [neuroloog] en de verzekeringsgeneeskundige zijn vastgesteld en de op basis daarvan vervaardigde FML, dat [gedaagde in conventie] arbeidsdeskundig gezien beperkingen ondervindt bij het verrichten van loonvormende arbeid?
Is [gedaagde in conventie] als gevolg van de eventuele beperkingen voor loonvormende arbeid gedeeltelijk arbeidsongeschikt te achten voor haar eigen beroep en zo ja waar baseert u dat op?
Voor welk percentage is [gedaagde in conventie] arbeidsongeschikt te achten?
Kan haar arbeidsongeschiktheid worden verbeterd door aanpassingen van het werk c.q. de arbeidsomstandigheden? Zo ja, in welke mate?
Indien [gedaagde in conventie] gedeeltelijk arbeidsongeschikt is voor haar eigen beroep: is [gedaagde in conventie] wel geheel of gedeeltelijk arbeidsgeschikt te achten voor ander passend werk, rekening houdend met haar beperkingen, opleidings- en arbeidsverleden? Zo ja:
- hoeveel uur per week zou [gedaagde in conventie] met deze arbeid belast kunnen worden?
- welk bruto-inkomen kan [gedaagde in conventie] met deze arbeid verdienen?
- welke opleidingen zou [gedaagde in conventie] eventueel moeten volgen, hoe lang duren die en welke
kosten zijn daar aan verbonden?
- hoe groot zijn de kansen van [gedaagde in conventie] op de arbeidsmarkt voor dit soort werk bij
bedrijven/instellingen in de omgeving van [gedaagde in conventie] ?
7. Gegeven de werkervaring, het arbeidsverloop, het opleidingsniveau en de leeftijd van [gedaagde in conventie] , alsmede het antwoord van de verzekeringsgeneeskundige op de aan hem gestelde vraag 6, kunt u een indicatie geven van de te verwachten loopbaan van [gedaagde in conventie] in het geval geen ongeval zou hebben plaatsgevonden? Wat is het hiermee samenhangende te verwachten bruto-inkomen?
8. Betekenen de beperkingen zoals die door de [neuroloog] en de verzekeringsgeneeskundige zijn vastgesteld en de op basis daarvan vervaardigde FML, dat [gedaagde in conventie] beperkingen ondervindt bij het verrichten van huishoudelijke en/of andere werkzaamheden? Zo ja welke beperkingen c.q. bij welke werkzaamheden ondervindt zij in welke mate beperkingen? Hoe groot is de behoefte aan hulp per week als gevolg van de eventuele beperkingen bij het verrichten van huishoudelijk werk? Welke soort hulp betreft dit? Welke kosten zijn hiermee gemoeid? Hoe groot is de behoefte aan hulp bij andere werkzaamheden (in het kader van zelfredzaamheid) als gevolg van de beperkingen? Om welke hulp gaat het?
9. Acht u het, alle omstandigheden en de deskundigenrapporten in aanmerking nemend, aannemelijk dat [gedaagde in conventie] zonder ongeval (al dan niet vanwege niet-ongevalsgerelateerde beperkingen) op enig moment minder zou zijn gaan werken? Zo ja, in welke mate en per wanneer?
10. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?
het voorschot
3.4.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundigen vast op het door de deskundigen mevrouw [geneeskundige] begrote bedrag van € 4.000,00,00 exclusief btw, € 4.840,00 inclusief btw en op het door de deskundige de heer [deskundige] begrote bedrag van € 3.250,00 exclusief btw, € 3.932,50 inclusief btw.
3.5.
bepaalt dat Zurich het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.6.
draagt de griffier op om de deskundigen onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.7.
bepaalt dat Zurich haar procesdossier in afschrift aan de deskundigen dient te doen toekomen,
3.8.
bepaalt dat de deskundigen het onderzoek zelfstandig zullen instellen op de door de deskundigen in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.9.
wijst de deskundigen er op dat:
  • de deskundigen voor aanvang van het onderzoek dienen kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundigen het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dienen aan te vangen, als eerste de
  • de deskundigen het onderzoek onmiddellijk dienen te staken en contact dienen op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.10.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundigen dienen te verstrekken indien dezen daarom verzoeken, de deskundigen toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundigen ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.11.
draagt de
verzekeringsgeneeskundigeop om
uiterlijk drie maandenna het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.12.
draagt de
arbeidsdeskundigeop zijn onderzoek
uiterlijk drie maandenna inlevering van het rapport van de verzekeringsgeneeskundige en ontvangen bericht van de griffier te voltooien en een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van deze rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.13.
wijst de deskundigen er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundigen is gebaseerd,
  • dat de deskundigen [gedaagde in conventie] in de gelegenheid moeten stellen om gebruik te maken van haar inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [gedaagde in conventie] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [gedaagde in conventie] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moeten toesturen en [gedaagde in conventie] daarbij een termijn van twee weken moeten bieden om aan te geven of [gedaagde in conventie] gebruik wil maken van haar blokkeringsrecht (waarbij [gedaagde in conventie] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
  • dat, indien [gedaagde in conventie] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van haar blokkeringsrecht, de deskundigen de werkzaamheden onmiddellijk moeten staken en dit aan de rechtbank moeten mededelen,
  • dat, indien [gedaagde in conventie] geen gebruik maakt van haar inzage- of blokkeringsrecht, de deskundigen het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moeten toezenden
3.14.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundigen nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundigen geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
3.15.
De rechtbank zal de zaak na het uitbrengen door de verzekeringsgeneeskundige van zijn definitieve rapportage de zaak niet naar de rol verwijzen om partijen in de gelegenheid te stellen bij akte nog nader aan de arbeidsdeskundige voor te leggen vragen te formuleren. Indien en voor zover het verzoek van Zurich hierop ziet wordt dat door de rechtbank gepasseerd. Partijen kunnen een eventueel naar aanleiding van het onderzoek door de verzekeringsgeneeskundige nog opkomende vraag aan de arbeidsdeskundige voorleggen op het moment dat zij door deze bij zijn onderzoek in de gelegenheid worden gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen.
overige bepalingen
3.16.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
4 oktober 2023,
3.17.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Zurich op een termijn van vier weken,
3.18.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.19.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. de Graaf en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2023.