ECLI:NL:RBZWB:2023:2227

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
3 april 2023
Zaaknummer
10060614 CV EXPL 22-2128
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Kool, mr.
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet nakoming van huurovereenkomst voor een vakantiehuis door Roompot in het kader van coronamaatregelen

In deze zaak vorderde de eiser, wonende in Duitsland, een terugbetaling van € 890,68 van de gedaagde, Roompot Service B.V., wegens niet-nakoming van een huurovereenkomst voor een vakantiehuis. De eiser had een verblijf geboekt van 10 tot en met 14 april 2020, maar door overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus was het vakantiepark gesloten. Roompot bood de eiser een voucher aan ter waarde van het betaalde bedrag, maar de eiser accepteerde dit niet en vorderde terugbetaling. De eiser stelde dat Roompot niet in staat was om de afgesproken diensten te leveren tijdens de nieuwe boeking van 2 tot en met 6 april 2021, omdat er beperkingen golden die het gebruik van de faciliteiten belemmerden.

De kantonrechter oordeelde dat Roompot voldoende mogelijkheden had geboden aan de eiser, waaronder de optie om de boeking om te boeken of te annuleren met een gedeeltelijke restitutie. De rechter concludeerde dat de tekortkomingen van Roompot niet toerekenbaar waren aan de verhuurder, aangezien deze voortvloeiden uit overheidsmaatregelen en niet uit een gebrek aan de accommodatie zelf. De eiser had niet tijdig gereageerd op het aanbod van Roompot en had geen ontbinding van de overeenkomst gevorderd. De rechter wees de vordering van de eiser af en veroordeelde haar in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de rol van overheidsmaatregelen in het huurrecht en de redelijkheid van de aangeboden alternatieven door verhuurders in uitzonderlijke omstandigheden. De rechter stelde vast dat de eiser niet kon eisen dat Roompot haar volledig vrijwaart van de gevolgen van de coronamaatregelen, en dat de vordering tot terugbetaling niet toewijsbaar was.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiele kantonzaken
Middelburg
zaak/rolnr.: 10060614 CV EXPL 22-2128

vonnis d.d. 29 maart 2023

inzake

[eiser] ,

wonende te [plaats 1] , Duitsland,
eisende partij,
verder te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: V. Gensch, advocaat te Gronau, Duitsland,
t e g e n :
de besloten vennootschap
ROOMPOT SERVICE B.V.,
gevestigd te Goes,
gedaagde partij,
verder te noemen: Roompot,
gemachtigde: mr. S. Wiersma-Helal.

het verloop van de procedure

De procedure is als volgt verlopen:
- ongedateerde dagvaarding, ingekomen ter griffie op 19 augustus 2022,
- vonnis van 12 oktober 2022,
- herstelexploot van 21 oktober 2022,
- conclusies van antwoord, repliek en dupliek.

de beoordeling van de zaak

1.1.
[eiser] heeft op 25 oktober 2019 bij Roompot een verblijf geboekt in een accommodatie voor vier personen op Roompots [vakantiepark] te [plaats 2] voor de periode van 10 tot en met 14 april 2020. [eiser] heeft het verschuldigde bedrag van € 890,68 betaald aan Roompot. Op de boeking zijn de algemene voorwaarden van Roompot van toepassing.
1.2.
Bij e-mail van 2 april 2020 heeft Roompot aan [eiser] geschreven dat als gevolg van maatregelen van de overheid tegen de verspreiding van het coronavirus het toeristisch verblijf in Zeeland verboden was en het vakantiepark gesloten was. In de e-mail werd aangekondigd dat [eiser] een voucher zou krijgen waarmee zij een nieuw verblijf naar keuze kon boeken bij Roompot. Op 15 april 2020 ontving [eiser] de voucher tot het betaalde bedrag van € 890,68.
1.3.
Op 20 mei 2020 heeft [eiser] opnieuw bij Roompot een verblijf geboekt in een accommodatie voor vier personen op het [vakantiepark] . Deze boeking is gedaan voor de periode van 2 tot en met 6 april 2021. Het verschuldigde bedrag is voldaan met de voucher.
1.4.
[eiser] schreef op 18 maart 2021 aan Roompot dat de Nederlandse regering dringend adviseerde af te zien van niet-noodzakelijke reizen, zoals vakanties. Omdat [eiser] de vakantie niet later in dat jaar kon inhalen, vroeg zij Roompot wat die haar kon aanbieden.
1.5.
Roompot reageerde bij e-mail op 19 maart 2021. Zij bood de mogelijkheid aan om te boeken naar een latere datum of een ander park. Die omboeking was ook nog mogelijk voor het jaar 2022.
1.6.
Op 20 maart 2021 schreef [eiser] te kiezen voor een voucher om op een latere datum te boeken wanneer de situatie het weer toelaat. Daarop antwoordde Roompot op 23 maart 2021 geen voucher te verstrekken, maar dat [eiser] wel haar vakantie kon omboeken naar een andere periode in dat jaar of in 2022.
1.7.
Bij brief van 24 maart 2021 sommeerde de gemachtigde van [eiser] Roompot om voor 31 maart 2021 aan [eiser] € 890,68 terug te betalen, met buitengerechtelijke incassokosten.
1.8.
In reactie op deze sommatie schreef Roompot aan de gemachtigde van [eiser] bij e-mail van 1 april 2021 dat [eiser] nog steeds gebruik kon maken van de voor 2 tot en met 6 april 2021 geboekte accommodatie. Roompot was in staat en bereid de overeenkomst na te komen. Zij zou dan ook niet voldoen aan de sommatie. Wel was zij bereid [eiser] nog een omboeking aan te bieden tot 9 april 2021. Als [eiser] geen omboeking zou doorgeven voor die datum, kon zij geen aanspraak meer maken op deze coulanceregeling.
1.9.
Door of namens [eiser] is niet gereageerd op de e-mail van 1 april 2021 van Roompot. Wel is Roompot gedagvaard voor een Duits gerecht tot terugbetaling van € 890,68 met bijkomende kosten. Bij vonnis van 3 november 2021 is de vordering niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van rechtsmacht van de Duitse rechter.
1.10.
Namens [eiser] schreef haar gemachtigde op 19 mei 2022 dat zij alsnog een omboeking zou accepteren om een rechtszaak in Nederland te voorkomen. Roompot is daarop niet ingegaan.
2.1.
[eiser] vordert, samengevat weergegeven, de veroordeling van Roompot:
- tot betaling van € 890,68 met de wettelijke rente daarover vanaf 1 april 2021,
- tot betaling van € 212,30 wegens buitengerechtelijke incassokosten,
- in de proceskosten.
2.2.
Als grond voor haar vordering voert [eiser] aan dat Roompot in de periode van 2 tot en met 6 april 2021 niet de prestaties kon leveren die waren afgesproken bij de oorspronkelijke boeking voor de periode van 10 tot en met 14 april 2020. Het reisgezelschap van [eiser] moest in Nederland 10 dagen in quarantaine en een nachtelijk uitgaansverbod in acht nemen. Ook waren belangrijke in de boeking begrepen faciliteiten gesloten, zoals zwembad, sauna en tennisbaan. Omdat voor de omboeking de ontbindende voorwaarde gold dat de reis mogelijk was zoals die oorspronkelijk was geboekt, kan [eiser] terugvallen op haar recht op terugbetaling van de reissom omdat het park gesloten was. Roompot weigerde weer een voucher te verstrekken en wilde slechts een tweede omboeking toestaan. Daardoor is zij in verzuim geraakt en dient zij de reissom terug te betalen.
2.3.
Roompot voert het verweer dat hierna aan de orde komt.
3.1.
Het geschil gaat over huur van een vakantiewoning in Nederland. Op grond van artikel 24 Brussel I bis-Verordening heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht. De toepasselijkheid van Nederlands recht volgt uit artikel 4 Rome I-Verordening.
3.2.
Roompot stelt dat de dagvaarding nietig is omdat [eiser] niet alle feiten en omstandigheden die van belang zijn naar voren heeft gebracht. De aangevoerde gronden zijn zo summier dat onvoldoende duidelijk is op welke gronden [eiser] haar vordering baseert.
3.3.
De kantonrechter volgt Roompot hierin niet. Weliswaar is de dagvaarding summier, maar voldoende duidelijk is welke feitelijke en juridische gronden [eiser] aan haar vordering ten grondslag legt. Gelet op het uitvoerige verweer is dit ook voor Roompot voldoende duidelijk.
3.4.
Roompot betwist dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst. Subsidiair stelt zij dat haar tekortkoming de ontbinding van de overeenkomst met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
3.5.
Het standpunt van [eiser] komt erop neer dat Roompot is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst met [eiser] . Als Roompot inderdaad is tekortgeschoten, betekent dat niet zonder meer dat zij het bedrag dat [eiser] op grond van de overeenkomst heeft betaald moet terugbetalen. Voor een dergelijke verplichting tot terugbetaling is ontbinding vereist. [eiser] vordert geen ontbinding van de overeenkomst met Roompot door de kantonrechter. Ook doet zij niet kenbaar een beroep op buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst. Daardoor blijkt niet van een rechtsgrond voor de vordering tot terugbetaling van wat [eiser] op grond van de overeenkomst heeft betaald.
3.6.
Afgezien daarvan zou de vordering tot terugbetaling van wat [eiser] heeft betaald niet toewijsbaar zijn, ook als wel de ontbinding van de overeenkomst zou zijn gevorderd.
3.7.
Aanvankelijk was een verblijf geboekt voor de periode van 10 tot en met 14 april 2020. Toen was het [vakantiepark] gesloten als gevolg van overheidsmaatregelen tegen het coronavirus. Dat heeft geleid tot een nieuwe boeking voor de periode van 2 tot en met 6 april 2021. In die periode was het vakantiepark wel geopend en kon Roompot in zoverre haar verplichtingen uit de overeenkomst nakomen. Als bij wijze van veronderstelling wordt aangenomen dat Roompot niettemin is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen doordat bepaalde faciliteiten niet beschikbaar waren, slaagt haar subsidiaire verweer.
3.8.
Slechts een tekortkoming van voldoende gewicht geeft recht op de ontbinding van de overeenkomst. Bij de beantwoording van de vraag of de tekortkoming voldoende gewicht heeft, zijn van belang de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming en de gevolgen van de ontbinding. Daarnaast kunnen alle overige omstandigheden van het geval van belang zijn. In het bijzonder worden de volgende omstandigheden in aanmerking genomen.
3.9.
De overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronapandemie beperkten de praktische mogelijkheden van [eiser] om het gehuurde en de faciliteiten op het vakantiepark te gebruiken in overeenstemming met wat haar voor ogen stond bij het aangaan van de huurovereenkomst. Deze beperking is een gevolg van uitzonderlijke, de volksgezondheid betreffende omstandigheden van algemene aard die verstrekkende gevolgen hebben voor de gehele maatschappij. De beperking heeft geen betrekking op een gebrek aan het gehuurde zelf.
3.10.
Hoewel voor ontbinding van een overeenkomst niet vereist is dat de tekortkoming toerekenbaar is aan de schuldenaar, weegt in dit geval mee dat de gestelde tekortkoming niet kan worden toegerekend aan Roompot. Die tekortkoming is niet te wijten aan de schuld van Roompot en komt evenmin voor haar rekening krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen.
3.11.
Onder deze omstandigheden mag [eiser] als huurder niet verlangen dat Roompot als verhuurder haar volledig vrijwaart voor de beperking, die voortvloeit uit de overheidsmaatregelen tegen de coronapandemie, om het gehuurde overeenkomstig de verwachting te gebruiken. Daarmee laat zich moeilijk rijmen dat de huurovereenkomst geheel wordt ontbonden met als gevolg dat [eiser] recht heeft op volledige terugbetaling van de huurprijs.
3.12.
Ondanks de corona-maatregelen was het vakantiepark niet gesloten in de periode van 2 tot en met 6 april 2021. Verhuur van woningen op het park was niet verboden. Roompot stelt onweersproken aan [eiser] drie opties te hebben voorgehouden:
- naar het park komen tijdens het geboekte verblijf,
- de boeking omboeken voor een verblijf in een andere periode op een park naar keuze van [eiser] ,
- de boeking annuleren op grond van de algemene voorwaarden, waarbij 10% van de boekingssom zou worden gerestitueerd.
3.13.
Met dit aanbod en in het bijzonder de mogelijkheid om de gemaakte boeking om te boeken voor een verblijf in een andere periode op een park naar keuze, heeft Roompot in de gegeven omstandigheden een redelijk en evenwichtig alternatief geboden. Met dit aanbod is ook ondervangen het nadeel dat [eiser] en haar reisgezelschap die in het gehuurde zouden verblijven mogelijk in quarantaine zouden moeten gaan als gevolg van het reizen van Duitsland naar Nederland en weer terug. Die quarantaine zou niet nodig zijn bij omboeking in een verblijf op een vakantiepark van Roompot in Duitsland.
3.14.
Destijds stond op de website van de rijksoverheid het bericht:

Wilt u uw vakantie annuleren? Als een locatie open is, dan kan de aanbieder in principe de dienst leveren en moet u gewoon betalen. Kan een locatie niet bezocht worden vanwege coronamaatregelen? Dan is het advies om in overleg met de verhuurder tot een goede oplossing te komen. Bijvoorbeeld als u met een groep bent van meer dan 2 personen die niet op hetzelfde adres wonen.
Met haar aanbod handelde Roompot in lijn met dit advies.
3.15.
Indien wordt aangenomen dat Roompot is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, rechtvaardigt de tekortkoming in dit geval niet de ontbinding van de overeenkomst met haar gevolgen.
3.16.
Het feit dat [eiser] op 19 mei 2022 heeft meegedeeld het op 1 april 2021 aan haar gedane aanbod van een tweede omboeking te accepteren, leidt niet tot een ander oordeel. De aanvaarding van het aanbod is gedaan ruimschoots na de daarvoor gestelde termijn. Ook geldt dat indien het aanbod tijdig was aanvaard, de daardoor gesloten overeenkomst niet inhoudt dat Roompot aan [eiser] het betaalde moet terugbetalen.
3.17.
Voor het geval [eiser] zich beroept op onvoorziene omstandigheden als grondslag van haar vorderingen, slaagt dit beroep niet.
3.18.
De rechter kan op vordering van de huurder de gevolgen van een huurovereenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de verhuurder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten.
3.19.
Roompot is met haar aanbiedingen als bedoeld onder 1.6 en 3.12 voldoende tegemoet gekomen aan de belangen van [eiser] door de gevolgen van de gesloten huurovereenkomst te wijzigen. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan (een aanbod tot) verdergaande wijziging van de gevolgen van de overeenkomst niet van Roompot worden verwacht. In het bijzonder kan niet worden verlangd dat zij de huurprijs terugbetaalt.
3.20.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [eiser] niet toewijsbaar is.
3.21.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de 15e dag na vandaag. [eiser] krijgt zo een redelijke termijn van 14 dagen om de proceskosten te betalen. De nakosten, waarvan Roompot betaling vordert, zullen op de in de beslissing weergegeven wijze worden begroot.

de beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die aan de zijde van Roompot tot op heden worden vastgesteld op € 264 wegens salaris van de gemachtigde van Roompot, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de 15e dag na vandaag tot de dag van voldoening;
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten van Roompot, begroot op € 66;
verklaart deze veroordelingen in de proceskosten en in de nakosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kool, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.