ECLI:NL:RBZWB:2023:2194
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot het overleggen van een controleerbare administratie door een straattekenaar in het kader van bijstandsverlening
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die als straattekenaar werkzaam is, en het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden. De eiser ontving voorheen een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet, maar na signalen van zijn activiteiten als straattekenaar heeft de Bevelanden hem verplicht om maandelijks een overzicht van zijn werkzaamheden te overleggen. Deze verplichting is in een eerder besluit (primair besluit I) opgelegd, maar werd later ingetrokken en opnieuw opgelegd in een aangepast besluit (primair besluit II), waarbij geen rekening werd gehouden met verwervingskosten.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarin zijn bezwaren tegen primair besluit II ongegrond zijn verklaard. Tijdens de zitting op 17 februari 2023 heeft eiser aangegeven dat hij zich niet verzet tegen de verplichting om een controleerbare administratie bij te houden, maar wel tegen de aankondiging dat bij de herberekening van zijn recht op bijstand rekening zal worden gehouden met een fictief bedrag van € 10,- per portret. De rechtbank heeft overwogen dat het bestreden besluit enkel betrekking heeft op de verplichting tot het overleggen van de administratie en niet op de herziening van het recht op bijstand.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is, omdat eiser zich aan de opgelegde verplichting heeft gehouden en de Bevelanden niet onrechtmatig heeft gehandeld. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.