ECLI:NL:RBZWB:2023:218
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een dwangsom wegens niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 17 januari 2023, staat het beroep centraal dat eiseres heeft ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 6 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn voor verweerder op 6 april 2022 verstreken was, nadat deze eerder met zes maanden was verlengd. Eiseres heeft verweerder op 6 april 2022 in gebreke gesteld, hoewel de termijn op dat moment nog niet verstreken was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep ontvankelijk is, omdat verweerder al had aangegeven niet op tijd te kunnen beslissen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog geen nieuw besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twaalf weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en een proceskostenvergoeding van € 418,50. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.