ECLI:NL:RBZWB:2023:217
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een dwangsom wegens niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 17 januari 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 12 maart 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 18 maart 2022 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet vereist is in deze zaak.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de Belastingdienst op om binnen elf weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen, maar de rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst de hoogte van de bestuurlijke dwangsom correct heeft vastgesteld op € 1.442,-.
Daarnaast moet de Belastingdienst het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden en wordt verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 418,50. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.