ECLI:NL:RBZWB:2023:2165
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opschorting bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de Bevelanden, waarin zijn bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet was opgeschort. De opschorting vond plaats na een uitnodiging voor een gesprek op 6 januari 2022, waar de eiser zonder afmelding niet op is verschenen. De Bevelanden verklaarde de bezwaren van de eiser tegen het primaire besluit ongegrond in een besluit van 16 februari 2022.
Tijdens de zitting op 17 februari 2023 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. De eiser betwistte de ontvangst van de uitnodiging en het primaire besluit en voerde aan dat hij niet had mogen worden uitgenodigd voor een gesprek tijdens zijn vakantie. De rechtbank overwoog dat de Bevelanden terecht had gehandeld door de bijstandsuitkering op te schorten, omdat de eiser niet had voldaan aan zijn inlichtingenverplichting. De rechtbank concludeerde dat de eiser geen procesbelang had bij de beoordeling van zijn beroep, aangezien het intrekkingsbesluit van 21 januari 2022 in rechte vaststond en het primaire besluit had ingehaald.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser niet-ontvankelijk en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.