In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 maart 2023 een beschikking gegeven in het kader van een rangregeling en voorlopige staat van verdeling. De zaak betreft de netto meeropbrengst van de executie van een bedrijfsgebouw dat in eigendom is van Plantko Holding B.V. De verzoeksters, Provincie Noord-Brabant en Rassers NV, hebben verzocht om een rechter-commissaris te benoemen voor de verdeling van de opbrengst. De rechter-commissaris, mr. R.T. Hermans, is op 23 februari 2023 benoemd en heeft de procedure geleid.
De verzoeksters hebben bij akte een vordering ingediend, terwijl de belanghebbenden, Van Lanschot Bankiers NV en Plantko Holding B.V., niet zijn verschenen en geen vordering hebben ingediend. De provincie en Rassers hebben beiden een vordering op Plantko Holding, voortvloeiend uit respectievelijk een dwangbevel en een vonnis. De totale netto meeropbrengst die verdeeld moet worden bedraagt € 111.405,63, na uitbetaling van de eerste hypotheekhouder.
De provincie en Rassers hebben overeenstemming bereikt over de verdeling van het bedrag, waarbij de provincie recht heeft op € 50.806,66 en Rassers op € 60.598,97. Plantko Holding is bestuurloos, aangezien de bestuurder is overleden en er geen nieuwe bestuurder is aangesteld. Hierdoor heeft Plantko Holding niet ingestemd met de voorgestelde verdeling. De rechter-commissaris heeft besloten de overeengekomen verdeling tussen de provincie en Rassers vast te stellen en de staat van verdeling ter griffie te leggen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 28 maart 2023.