Uitspraak
1.De stukken
2.De procesgang
3.Het advies van de tbs-instelling
.
.Gedurende het begin van deze rapportageperiode verblijft betrokkene op de transmurale vervolgvoorziening van [kliniek 1] , [afdeling] . In verband met de gevolgen van een bedrijfsongeval dat betrokkene had in april 2021 is zijn stemming somber. Echter, in december 2021 veranderen het gedrag en de stemming. Betrokkene is plots zeer actief, komt chaotisch en ontremd over en zijn verhalen zijn onrealistisch en moeilijk te volgen. Betrokkene is moeilijk in te schatten en wordt met een time-out teruggeplaatst in de behandelkliniek
.Ook worden zijn verloven opgeschort. De psychotisch aandoende uitspraken nemen af. Betrokkene is het niet eens met de vaststelling dat sprake was van kortdurende psychose en is boos over de terugplaatsing. Na stabilisatie is betrokkene overgeplaatst naar de interne resocialisatieafdeling. Hij blijft achterdochtig maar besluit wel gebruik te maken van de aangeboden begeleide verloven. Deze verlopen naar wens. Eind januari 2022 wordt besloten dat betrokkene weer korte doelgerichte onbegeleide verloven kan praktiseren. Na de verlengingszitting van januari 2022, waar betrokkene dacht 'vrij gelaten te worden', is er sprake van een hardnekkig gevoel van wantrouwen en achterdocht. In gesprek wordt afgesproken dat betrokkene aan verschillende voorwaarden moet voldoen voordat het traject richting [afdeling] weer opgepakt kan worden. Betrokkene voldoet op de valreep en minimaal aan deze voorwaarden, waardoor besloten wordt betrokkene door te plaatsen naar [afdeling] . Echter, in september 2022 krijgt de kliniek bericht dat betrokkene bij een smartshop is geweest, een medewerker van de smartshop heeft bedreigd en met regelmaat Spice koopt. Betrokkene wordt hierop bevraagd en geeft het verhaal en het gebruik van Spice in eerste instantie toe. Hierop worden de verloven van betrokkene opnieuw stilgezet. In vervolggesprekken komt betrokkene zeer achterdochtig over, heeft hij het over een vooropgezet plan van de kliniek en ontkent hij middelen gebruikt te hebben.
.
.
,te weten
4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen
.
.Hoewel er gedurende de maatregel geen fysiek gewelddadige incidenten zijn geweest, is er wel sprake van herhaaldelijk verbaal agressief en (recent nog) dreigend gedrag. Het uitblijven van escalaties is (mede) te danken aan de huidige professionele omgeving. [psycholoog 1] concludeert dat het risico op herhaling in de afgelopen jaren niet of nauwelijks is beïnvloed en – zeker in de relationele context – nog altijd als hoog moet worden aangemerkt. De resultaten van de risicotaxatie instrumenten wijzen op een hoog risico op gewelddadig gedrag bij een gering aantal beschermende factoren.