Op 11 januari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die in een woning huurt van Stichting Thuisvester. De burgemeester van Oosterhout had op 23 november 2022 besloten om de woning te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet, na het aantreffen van een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs en goederen die duiden op drugshandel. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroeg om een voorlopige voorziening om weer toegang te krijgen tot zijn woning.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en de werking van het bestreden besluit geschorst tot twee weken na het te nemen besluit op bezwaar. Tevens is bepaald dat verzoeker gedurende deze periode weer toegang krijgt tot zijn woning. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester niet alle relevante omstandigheden had meegewogen bij zijn besluit en dat het besluit niet zorgvuldig was voorbereid. De burgemeester is veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten aan verzoeker, die in totaal € 1.674,- bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.