In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 22 maart 2023 een vonnis gewezen in een incident tot het treffen van een voorlopige voorziening. De zaak betreft een geschil tussen twee partijen over de aanpassing van een vluchtweg en de toepassing van een erfdienstbaarheid. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.F.J. Bollen, vorderen dat de gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.V. Mostert, worden verboden om de vluchtweg anders aan te leggen dan via de bestaande wenteltrap. De gedaagden hebben de wenteltrap vervangen door een rechte trap, wat door de eisers als onrechtmatig wordt betwist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erfdienstbaarheid het gedaagden toestaat om voorzieningen aan te brengen voor een deugdelijke vluchtweg. De rechtbank oordeelt dat de wenteltrap moet worden teruggeplaatst, zodat de bewoners van het pand van de gedaagden in geval van een calamiteit gebruik kunnen maken van de vluchtweg. De rechtbank heeft de dwangsom voor het niet naleven van deze beslissing gematigd en de kosten tussen partijen gecompenseerd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.