ECLI:NL:RBZWB:2023:1881
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake herziening van besluit op grond van de Algemene Kinderbijslagwet
In deze zaak heeft eiser, wonende in [plaatsnaam], beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank te Breda, die op 11 augustus 2022 het verzoek om herziening van een eerder besluit van 23 mei 2019 op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) had afgewezen. De rechtbank heeft op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. Eiser had op 31 oktober 2022 verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht. De rechtbank heeft eiser op 1 november 2022 verzocht om informatie over zijn inkomen en vermogen, maar uit de verstrekte gegevens bleek dat hij niet voldeed aan de criteria voor betalingsonmacht.
Eiser is vervolgens in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar heeft dit niet gedaan binnen de gestelde termijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen verontschuldiging voor het verzuim is gegeven, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.