Op 22 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het meermalen seksueel binnendringen van zijn minderjarige stiefdochter. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 8 maart 2023, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte werd beschuldigd van seksuele handelingen met zijn stiefdochter, die op dat moment nog geen twaalf jaar oud was. De rechtbank achtte het feit wettig en overtuigend bewezen, gebaseerd op de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer. De verdachte had herhaaldelijk seksuele handelingen gepleegd, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik had gemaakt van zijn positie als verzorger en opvoeder, en dat zijn handelen ernstige gevolgen had voor het slachtoffer. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank benadrukte de noodzaak van toezicht en begeleiding om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.