ECLI:NL:RBZWB:2023:183
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag om evenementenvergunning
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag van 18 september 2022. Deze aanvraag betrof een verzoek om een afschrift van de evenementenvergunning die op 1 september 2022 was verleend voor een evenement in [plaatsnaam 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van vier weken, zoals voorgeschreven in artikel 4.4 van de Wet open overheid (Woo), op 17 oktober 2022 verstreken was. Eisers hebben verweerder op 20 oktober 2022 in gebreke gesteld, maar verweerder heeft tot op heden geen besluit genomen.
De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. De rechtbank heeft verweerder verzocht om stukken in te dienen en te reageren op de overschrijding van de beslistermijn, maar verweerder heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen en dat hij een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen het door eisers betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande op 12 januari 2023 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.