ECLI:NL:RBZWB:2023:17
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 2 januari 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft een aanvraag ingediend op 20 januari 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor verweerder om te beslissen is overschreden en dat eiseres op 18 januari 2022 een ingebrekestelling heeft ingediend, die door verweerder op 20 januari 2022 is ontvangen. De rechtbank stelt vast dat verweerder ten onrechte aannam dat de beslistermijn eindigde op 19 januari 2022, en dat de ingebrekestelling dus niet te vroeg was ingediend.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het door haar betaalde griffierecht van € 50,- en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De rechtbank beschouwt de zaak als licht van gewicht, wat de hoogte van de proceskostenvergoeding beïnvloedt.
De uitspraak is gedaan door rechter R.P. Broeders en griffier M.R. Jouvenaar, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.